Kwart van de zelfstandigen houdt hoofd moeilijk boven water als inkomen wegvalt
HEUVELRUG Bijna twintig procent van de Nederlandse zelfstandigen heeft niet genoeg reserves om met hun huishouden boven de minimumloongrens te blijven, als hun inkomen drie maanden wegvalt. Wanneer klanten of opdrachten een jaar lang wegblijven, gaat het naar verwachting om 35 procent van de zelfstandigen. Dat blijkt uit donderdag gepubliceerd onderzoek van het CBS. In de gemeente Utrechtse Heuvelrug ligt dat laatste percentage op 26 procent.
Naar aanleiding van de coronacrisis onderzocht het statistiekbureau wat er zou gebeuren als zelfstandigen, zzp’ers maar ook zelfstandigen met personeel, een tijdlang geen inkomen zouden hebben. Hoelang houdt hun huishouden het vol met het geld van de lopende- en spaarrekening, met het inkomen van hun partner en -indien van toepassing- met eventueel een tweede baan in loondienst of via hun pensioen? Het CBS berekende dit op basis van cijfers uit begin 2018. Nederland telde toen bijna 1,3 miljoen zelfstandigen.
Kijk op onderstaande kaart het percentage zelfstandigen dat na een jaar zonder zelfstandigeninkomen naar verwachting onder de minimumloongrens belandt. Klik op een gemeente van je keuze of zoek een gemeente via het zoekveldje.
OVER DE CIJFERS In bovenstaande kaart vind je per gemeente het volgende cijfer terug: het percentage zelfstandigen waarbij na een jaar aan inkomstenderving het huishouden onvoldoende financiële middelen heeft om boven de minimumloongrens te blijven. Een particulier huishouden kan volgens het CBS bestaan uit één of meerdere personen die in dezelfde woonruimte leven. Het gaat daarbij om eenpersoonshuishoudens, een ouder die bijvoorbeeld met een of meerdere kinderen woont of om een paar met of zonder kinderen. Als minimumloongrens voor een alleenstaande gaat het CBS uit van zo’n 25,3 duizend euro.
