Perry Hoogendijk
MAARN – De solotubaïst van het Koninklijk Concertgebouworkest speelt ook dit jaar in de serie Muziek in de Theresiakerk. Perry Hoogendijk is enthousiast bezig met de voorbereidingen en heeft net geoefend met de Maarnse fluitisten Rosanne van Bers en Robin van Schaick en harpiste Marianne Hofman. Gezamenlijk zijn ze op 15 februari van 15.30-16.30 uur te horen en te zien.
door: Monique José Timmermans
Het is een leuke uitdaging voor Hoogendijk. ,,Het is repertoire dat ik niet gewend ben te spelen en de akoestiek van de kerk zorgt ervoor dat een tuba al snel te veel lawaai maakt. Dus ik moet mijn speelstijl daarop aanpassen. Het vreselijke leuk om met de jonge lokale talenten dit programma te doen. Er zal veel klassieke muziek te beluisteren zijn.”
,,Juist de lokale projecten zijn een mooie tegenhanger voor mijn beroep als Concertgebouw musicus. Zo oefen ik als ik tijd heb ook graag mee met Harmonieorkest Manderen. Het plezier tijdens het spelen en een borreltje na afloop. Het is terug naar mijn roots, het blaasorkest is waar het voor mij begon. Even weer ‘aarden’. Dat maakt wonen in Maarn voor mij zo leuk, dat zoiets kan.”
Perry Hoogendijk wilde altijd al tubaïst worden. Zijn vader was ook musicus en dirigent van een blaasorkest. ,,Ik ging vaak mee en jaarlijks gingen we naar het Rode Kruisconcert in het Concertgebouw. Als jongen van 8-9 jaar was ik al gefascineerd door de zaal en het magische geluid.” Dat Hoogendijk jaren later zelf op dat podium zou spelen is een droom die uitkwam.
De tubaïst speelt de laagste tonen in het orkest, voor Hoogendijk een rol die hij geweldig vindt. ,,Het is als het ware het fundament voor de rest van het orkest. Je speelt niet non stop mee, maar als de tuba inzet gebeurt er echt iets. Je moet goed en op het juiste moment inzetten, dat geeft een bepaalde spanning. In een orkest moet je elkaars muziek mooier laten klinken en de tuba heeft daarin een spilfunctie. De laatste 10-20 jaar speelt het Concertgebouworkest veel laat romantisch repertoire. Daarin heeft de tuba een duidelijke rol. In de oudere klassieke muziek nog niet.”
Met het Concertgebouworkest wordt elke week een nieuwe productie ingestudeerd. En dat betekent elke maandag, dinsdag, woensdag en soms ook donderdag repeteren vanaf 09.30 uur tot begin van de middag. Er worden elke week drie of vier concerten gegeven. Tenzij er een tournee is. Vorig jaar was het Concertgebouworkest vanwege het 125-jarig bestaan veel op reis. Alle continenten zijn toen bezocht naast vele steden in Europa. ,,Dat reizen met de instrumenten is een hele logistieke operatie.”
Het lesgeven op het conservatorium van Amsterdam is een essentieel onderdeel van het weekprogramma. Daar begeleidt de tubaïst maximaal 4 of 5 studenten. ,,Er is niet heel veel werk voor tubaïsten, dus ik kies ervoor weinig talenten goed te begeleiden en op te leiden. Daar zitten vaak ook buitenlanders tussen. Ik voel een grote verantwoordelijkheid voor deze jongens die huis en haard verlaten voor hun muziekstudie. Boeiend in het begeleiden van jong talent is de spiegel die je zelf voorgehouden krijgt.”
Tenslotte heeft de productie van een CD de afgelopen vijf jaar veel tijd gevraagd. ,,Ik ben er aan begonnen omdat ik nieuwe stukken wilden laten schrijven voor blaasmuziek. Al snel vond ik vijf componisten en met ieder van hen heb ik een project gedaan. Bij die orkesten en ensembles speel ik nu ook die stukken.”
