Kijk op Cultuur: Van het zuiverste water

17 juni 2010 om 00:00 Nieuws

De karakteristieke stoere toren staat er al sinds 1903 toen hij werd ontworpen door de firma Visser & Smit uit Papendrecht, een bedrijf dat min of meer gespecialiseerd was in dit soort gebouwen voor nijverheid en industrie. De toren heeft, op een enkele ingreep na, redelijk onaangetast zijn oorspronkelijke uiterlijk ruim honderd jaar kunnen behouden.

Industrieel monument waterleiding Het oudste particuliere waterleidingbedrijf in ons land is niet meer. Bronwaterleiding Doorn is voor 4,1 miljoen Euro overgegaan naar Vitens en daarmee kan een hoofdstuk worden afgesloten in de historie van de drinkwatervoorziening in Nederland. Wat rest van het Doornse waterleidingbedrijf zijn twee mooie industriële monumenten aan de Woestduinlaan: de watertoren en het pompgebouw.

door Nicole van der Schaaf

Het pomphuis naast de toren is door dezelfde hand ontworpen en dateert eveneens uit 1903. Toen er tien jaar na de bouw een nieuwe pompmachine werd aangeschaft moest het gebouwtje worden vergroot. In tegenstelling tot de rijk versierde toren is het pomphuis sober van uiterlijk en slechts hier en daar voorzien van een enkel randje om het gebouw wat levendiger te laten ogen.

Tot ver in de eerste helft van de 19de eeuw zal het in ons land waarschijnlijk niet zo fris geroken hebben. Er was geen riool, geen waterleiding en ook geen waterzuivering. Water haalde je uit de put, van de collectieve pomp of gewoon uit de rivier of de sloot, die tevens fungeerden als open riool. Vanaf het midden van de 19de eeuw werden in heel Nederland waterleidingbedrijven opgericht, riolen aangelegd en methoden bedacht om het drinkwater te zuiveren. Ondergronds kwamen er waterleidingnetten, maar het zou nog tientallen jaren duren voordat de meeste huishoudens waren aangesloten op dit net. Een huis met een eigen kraan bleef nog lang een geweldige luxe. In de grote steden verschenen in de sociale woningbouw de zogenaamde collectieve tappunten waar bijvoorbeeld vier of zes gezinnen gebruik van konden maken.

Waterzuivering en -distributie op de Heuvelrug is relatief laat op gang gekomen; daar staat tegenover dat de arme zandgrond schoner grondwater opbracht dan het meer vervuilde rivierwater. Duinwater was in die tijd kwalitatief het beste water aangezien het duinzand de zuiverste filtering gaf.

Voor het transport van water door de netten werden pompstations gebouwd waar machines, eerst op stoom en later op elektriciteit, het water door de leidingen persten. Om pieken in de vraag naar water te kunnen opvangen legde men grote reservoirs aan. Om de constante drukkracht op het net te kunnen garanderen bouwde men watertorens met daarin hooggelegen reservoirs die ook een reservevoorraad bevatten. De Doornse toren en het pomphuis zullen we blijven koesteren als monument, ook als ze in de toekomst wellicht geen functie meer hebben in de drinkwatervoorziening. En als troost aan de gebruikers van het laatste - Doornse - water: Vitens water is ook heerlijk……

advertentie
advertentie