‘Zo eer je de bevrijders niet’

2 juli 2009 om 00:00 Nieuws

,,In Canada worden de gevallenen geëerd. Nu nog. Ieder monument wordt piekfijn bijgehouden. De heggetjes, de stenen, de stoep, alles ligt er keurig bij. Wat ik hier zie, vind ik schandalig. De heggetjes worden niet bijgehouden. Er zit onkruid tussen de stenen en de bankjes rotten weg. Dat hoort niet, dit is een voorname plek”, aldus, de inmiddels 75-jarige, Hovestad.

Canadees schrikt bij terugkeer in ‘zijn’ Doorn DOORN - Adrian Hovestad liet in mei 1956 Doorn achter zich, en vertrok naar Canada. Een nieuw leven aan de andere kant van de oceaan. Hij had genoeg van de naoorlogse armoede in Nederland. Zo nu en dan komt hij terug en legt hij een bloemetje bij het oorlogsmonument in Doorn, om ‘zijn’ bevrijders te bedanken. Het was schrikken toen hij een paar weken geleden bij het monument aankwam.

door Paul Nolens

De oorlog heeft een diepe indruk op Hovestad gemaakt. Vijf jaar lang onderdrukt door de Duitsers. ,,Het was ongelofelijk toen de Canadezen ons in 1945 kwamen bevrijden. Ik zie ze hier nog het dorp over de Dorpsstraat binnenkomen op hun tanks. Dat grijpt je. Ik heb als kleine jongen dingen in de oorlog meegemaakt, dat draag je altijd mee. De Canadezen zijn helden voor mij. Toen ik op mijn 22ste naar het buitenland wilde dacht ik meteen aan Canada. Naar onze redders. Dat is iets speciaals”, zegt de oud-Doornaar met een Engelse tongval.

Terugkomen in Doorn is voor Hovestad nog altijd een beetje thuiskomen, al voelt hij zich inmiddels Canadees. ,,Ken je de tekst van het liedje ‘Ik hou van Holland’? Dat voel ik als ik weer terugkom. Dit is waarschijnlijk mijn laatste bezoek aan Nederland. Ik ben 75 en nog in goede gezondheid, maar ik denk niet dat ik nog vaker terugkom. Iedere keer als ik in Doorn ben denk ik aan alle verschrikkelijkheden van de oorlog. Het ergste is dat ik mijn hele leven haat heb gevoeld tegen Duitsers. Zelfs nu welt dat af en toe nog op.”

Momenteel verblijft de Doornse Canadees voor een vakantie van zes weken in Nederland. Zijn klachten over het onverzorgde monument heeft hij bij de gemeente neergelegd. ,,Ik heb het idee dat er niets mee gebeurd. Ze komen met allerlei smoesjes. De hangjongeren zouden er een rotzooi van maken. Onzin. Dit kan gewoon niet. Ik las in de krant dat mensen hun graven op het kerkhof allemaal netjes bij moeten houden, maar voor dit monument geldt dat blijkbaar niet.”

Het ongeloof klinkt door in zijn stem. ,,Hier wonen de mensen die bevrijd zijn, en dan houden ze het zo bij. Misschien zijn er mensen die dit lezen en het monument vrijwillig netjes willen houden. In Canada hebben we een gezegde waar men hier van kan leren: ‘Anything worth doing is worth doing well.’”

Hovestad laat het monument tijdens zijn laatste bezoek aan zijn oude woonplaats niet zomaar achter. Met een Canadese ‘maple leaf’, een klaproosje - een bloem die in Canada gedragen wordt tijdens ‘Rememberence Day’ (dodenherdenking) - en een briefje met de tekst ‘Thank you’, eert hij voor de laatste keer zijn bevrijders.

advertentie
advertentie