Heel oud pretpark op de Heuvelrug

23 april 2009 om 00:00 Nieuws

Een mooi voorbeeld is het landgoed Heidestein in Driebergen. Een van de vorige eigenaren - De Wetstein Pfister - kocht het landhuis met aanvankelijk maar 12 hectare grond in 1908. Door diverse aankopen wist hij zijn terrein uit te breiden naar 145 hectare en liet hij het landhuis grootscheeps verbouwen. Hij liet een toren bouwen en twee windmolens voor energie voorziening. Daarnaast liet hij vijvers aanleggen die onderling verbonden waren door middel van een beek, die wel een kilometer lang was. De vrijgekomen grond werd opgeworpen tot heuvels die op drie plaatsen doorstoken werden voor de bouw van tunnels. Er was een tunnel voor een treintje en eentje waar de beek doorheen stroomde. Door deze tunnel kon een bootje passeren en aan de wand hingen touwen zodat de spelevaarders zichzelf door de tunnel konden trekken.

Buiten wonen geeft heel veel mogelijkheden om je hobby’s een beetje uit te leven. Bij de totstandkoming van de diverse buitenplaatsen die als een lint de Stichtse Lustwarande vormen, maakte men graag gebruik van allerlei speeltjes en Madurodam-achtige creaties.

Geen koelkast, toch ijsthee

Er kwam ook een theehuis waaronder een ijskelder werd gerealiseerd. Nu was een ijskelder niet bepaald een overbodige luxe in die tijd. De meeste grote buitenplaatsen hadden er wel een. Zo ligt er bijvoorbeeld nu nog een ijskelder bij Huis Doorn en op het terrein van Hydepark. De koelkast moest nog uitgevonden worden en zo´n kelder was heel handig om je brokken ijs te bewaren die nodig waren voor het koelen van dranken en levensmiddelen.

De Wetstein Pfister vervolmaakte zijn pretpark ook nog met een tennisbaan en een zwembad dat hij, overigens heel milieu bewust, via een klein aquaductje liet overlopen naar de moestuin. Deze grootgrondbezitter hield van speeltjes in zijn tuin die soms ook wel nuttig geweest moeten zijn. Het treintje bijvoorbeeld, werd ook gebruikt voor het vervoer van hout en zand tijdens de ontginning van het terrein.

Grote mensen speelgoed in de tuin en allerlei in het klein nagebouwde waterpartijtjes waren overigens niet nieuw in die 19de en begin 20ste eeuw. Al in de 17de eeuwse paleistuinen werd deze vorm van namaak graag gebruikt. Het werd vaak aangeduid met ´Rocaille´, een woord voor rots- en grotwerk. Een soort versiering, gemaakt uit lava-achtige stenen en schelpen. Men bouwde er kunstmatige grotten mee met watervalletjes die getooid werden met nimfen en riviergeesten. Echte kitsch werd het pas wanneer ook de lavastenen door imitaties vervangen werden; het was immers niet makkelijk aan echte lava te komen. Om het ´lava-effect´ te bereiken boorde men in een gewone steensoort heel veel gaatjes: net echt!

In de park-tuinen van diverse buitenplaatsen -Bornia, Heidestein en Hydepark - zijn de restanten van de speeltjes nog terug te vinden en wie nu nog een namaak element in zijn tuin wil kan natuurlijk altijd terecht in een van de grote tuincentra. Niet doen hoor……

Nicole van der Schaaf

advertentie
advertentie