Beleef het opnieuw: Begraven auto’s

Op de foto van vorige week zijn weer enkele reacties gekomen en de meesten gingen over hetzelfde onderwerp. Namelijk het begraven of ingraven van auto’s tijdens de Tweede Wereldoorlog , dit om inbeslagname te voorkomen. Dit zou in de omgeving van Leersum gedaan zijn in die tijd. Met name werden de auto’s verborgen in het Leersumse Veld en de Kaapse Bossen bij Doorn. Aan het begraven van auto’s kleefden natuurlijk ook nadelen. Ze werden dan misschien niet gevonden door de Duitse troepen, maar de auto’s konden ook niet rijklaar gehouden worden. Auto’s waren in die tijd een schaars artikel en werden vaak gebruikt bij overvallen door het verzet in Nederland. Om een dergelijke overval goed te kunnen laten verlopen was een auto onmisbaar. Sinds de bezetting hadden de Duitsers alle particuliere auto’s in beslag genomen. Dat gold zelfs voor artsen. Deze hadden eerst hun auto nog mogen behouden, maar in verloop van tijd moesten ook zij deze inleveren en de fiets nemen. Er werden de meest slimme manieren gevonden om auto’s voor de bezetter te verbergen. In Doorn hadden ze een unieke oplossing. De Heer Gijsbertsen was eigenaar van een carrosseriefabriek. Hij kwam op het lumineuze idee om een soort van hefbrug te gebruiken om de auto’s onder de grond te doen verdwijnen. In Rotterdam vond hij bij een sloperij de onderdelen voor deze brug. In de schuur van kolenhandelaar Stoové werd door Gijsbertsen een pracht van een verdwijntruc geconstrueerd. De auto die moest verdwijnen werd die schuur ingereden en verdween door de werking van deze hefbrug onder de grond. Boven op de auto werden dan zakken met bij voorbeeld kolen gelegd.