Rabobank sluit kantoor in Driebergen

DRIEBERGEN Rabobank zal de deuren van haar bankkantoor in Driebergen niet meer openen. Het kantoor was al gesloten sinds het begin van de coronacrisis, maar blijft nu definitief dicht, meldt de bank. 

Wilfred Smit, directeur Particulieren van Rabobank Rijn en Heuvelrug, licht het besluit toe. ,,Het aantal bezoekers aan bankkantoren is de laatste jaren fors afgenomen. Door de vele online mogelijkheden is er minder noodzaak om naar een bankkantoor te komen. Dat merkten we ook aan de bezoekersaantallen op onze kantoren. Door de coronacrisis zijn steeds meer mensen online gaan bankieren. Tel daar nog eens bovenop dat er - door de overname van de geld- en stortautomaten door Geldmaat -binnenkort geen automaten meer in bankkantoren aanwezig zijn en je kunt je voorstellen dat steeds minder mensen een kantoor bezoeken.”

Smit laat weten dat klanten die toch een kantoor van Rabobank willen bezoeken, terecht kunnen in het kantoor aan de Utrechtseweg in Zeist (maandag tot en met vrijdag 9.00-17.00 uur). ,,We begrijpen dat het niet voor iedereen mogelijk is om via de computer te bankieren of een bezoek te brengen aan een van onze kantoren. Als coöperatieve bank bieden we speciale ondersteuning aan deze klanten. Zij kunnen contact opnemen met onze bank om een afspraak te maken met een mobiele adviseur, die hen thuis bezoekt en helpen bij het verrichten van dagelijkse bankzaken.” Ook bieden ze een workshop Online bankieren aan.

Voor een persoonlijk adviesgesprek is het mogelijk om een afspraak thuis of elders te plannen, of om vanuit huis via een videoverbinding een adviesgesprek te hebben met een van de adviseurs. Volgens de bank maken veel klanten hier al gebruik van.

Smit wijst erop dat de betrokkenheid van de Rabobank in de regio net zo groot blijft als nu het geval is. ,,Zo wordt elk jaar een deel van onze winst gereserveerd voor het ondersteunen van verenigingen en stichtingen in onze regio. Dus ook al zijn wij straks in de regio misschien minder zichtbaar met kantoren, onze inzet en betrokkenheid bij de regio blijft.”