Rechtbank grijpt niet in bij plan voor hippisch centrum

DOORN De Utrechtse rechtbank ziet vooralsnog geen reden om in te grijpen bij de bouw van een hippisch centrum op het Wildeland aan de Buurtweg. Volgens het voorlopige oordeel van de rechter heeft de gemeente rechtmatig gehandeld bij het verstrekken van een omgevingsvergunning. Wat de rechtbank betreft mag de eigenaar van het Wildeland alvast aan de gang, in afwachting van een definitief oordeel.

Michiel Schaaij

Het plan voor het hippische stallencomplex is bij de Vereniging Leefbaarheid Doorn (VLD), de Vereniging Dorp en Natuur en bij een aantal omwonenden niet goed gevallen. Eén van de buren van het Wildeland vocht de omgevingsvergunning daarom bij de rechtbank aan. Een verzoek om een voorlopige voorziening zou ervoor moeten zorgen, dat de initiatiefnemer niet verder kan met de werkzaamheden totdat de uitkomst van de bezwaarprocedure definitief vaststaat.

TIJDSDRUK De betrokken ondernemer liet echter aan de rechtbank weten onder tijdsdruk te staan. Om geen verzekeringsgelden en subsidie voor zonnepanelen mis te lopen, wil hij zo snel mogelijk beginnen met het realiseren van zijn plan. Die financiële belangen heeft de rechter laten meewegen bij zijn oordeel. Volgens de uitspraak die maandag werd gepubliceerd, passen de plannen van het Wildeland bovendien binnen de geldende regels. 

GEEN MANEGE De rechter wijst erop dat het bestemmingsplan de uitoefening van een paardenfokkerij op het terrein aan de Buurtweg toestaat. Een paardenhouderij of manege mogen er echter niet gevestigd worden. Omwonenden vinden dat de plannen van de ondernemer zo grootschalig zijn, dat in feite sprake is van een manege. Maar de rechtbank zegt voor die veronderstelling geen aanleiding te zien.

EIGEN RISICO De werkzaamheden voor het nieuwe stallencomplex op het Wildeland zijn overigens wel voor het eigen risico van de ondernemer. Zolang de verleende omgevingsvergunning nog niet onherroepelijk is, kan hij alsnog worden teruggefloten.