Opnieuw werkstraf geëist voor verkeersruzie

DRIEBERGEN - Tegen een 25-jarige Driebergenaar, die in december betrokken was bij een verkeersruzie op een rotonde in Zeist, is in hoger beroep opnieuw een werkstraf van 60 uur geëist. De man zou een automobilist hebben geslagen en de spiegel van diens auto hebben vernield.

Verschillende getuigen zagen op 17 december hoe de Driebergenaar, die als bijrijder in de auto van zijn vriend zat, het op de rotonde aan de stok kreeg met de automobilist van een andere wagen. Over en weer werden er klappen uitgedeeld en vernielingen aangebracht. De twee opponenten moesten zich begin dit jaar allebei verantwoorden voor de politierechter in Utrecht, maar de Driebergenaar kreeg een hogere straf opgelegd. Daarop ging hij in hoger beroep bij het gerechtshof.

Twee andere weggebruikers, die niet betrokken waren bij de ruzie, maar wel voor hun ogen de zaak uit de hand zagen lopen, waren door het gerechtshof als getuigen opgeroepen. Een 28-jarige Zeistenaar zag hoe de ene wagen de weg blokkeerde voor de auto waarin de Driebergenaar zat. Volgens deze getuige was het de andere automobilist die razend van woede de eerste klappen gaf. De tweede getuige, een 32-jarige man uit Amerongen, kon niet vertellen wie er als eerste uit de auto stapte, maar wees juist naar de Driebergenaar als meest agressieve persoon. De openbaar aanklager onderschreef zijn verhaal.

De raadsman van de Driebergenaar stelde dat de 25-jarige was genoodzaakt de automobilist een klap te geven om zijn vriend uit de benarde situatie te helpen. Ook achtte hij het niet bewezen dat de man de auto van de ander heeft vernield. Maar de openbaar aanklager vond niet dat er sprake was van noodweer en eiste dezelfde straf die de politierechter eerder dit jaar aan de Driebergenaar oplegde.

Het gerechtshof doet op 23 juli uitspraak in de zaak. De Amerongse getuige beklaagde zich nog even bij het hof over de manier waarop de politie de getuigenoproep bij hem thuis had gebracht. ,,De politiewagen voor het huis en agenten bonkend op de ramen'', omschreef de man het tafereel, waardoor er nu negatieve verhalen in het dorp rond zouden gaan. De voorzitter van het hof benadrukte nog eens dat de Ameronger geen verdachte is in de zaak en gaf de man ten overvloede een schriftelijke verklaring mee. (APA)