Einde van Recreatieschap nabij

28 januari 2014 om 00:00 Nieuws

Toekomst van voorzieningen is onzeker

HEUVELRUG - Er dreigt een nieuwe financiële tegenvaller voor de gemeente. De mogelijke opheffing van het Recreatieschap kan Utrechtse Heuvelrug jaarlijks enkele tonnen gaan kosten. Bovendien staat het voortbestaan van recreatieterreinen als de Zanderij op het spel.

door Michiel Schaaij

,,Er is onvoldoende zekerheid dat we onze recreatieterreinen op termijn kunnen openhouden”, gaf wethouder Tim Verhoef (Groen Links/PvdA) vorige week tijdens een persbijeenkomst toe. Hij hoopt daarom dat de gemeenteraad zich volgende maand onomwonden uitspreekt tegen de liquidatie van het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied. Tot dusver spint Utrechtse Heuvelrug nog garen bij deze gezamenlijke organisatie van elf gemeenten en de provincie Utrecht. Deelname aan de regeling kost wethouder Bert Homan van financiën weliswaar 90.000 euro per jaar, maar daar staat een voordeel van zo’n 350.000 euro tegenover. Na ontbinding van het Recreatieschap wordt de gemeente zelf verantwoordelijk voor recreatieterreinen als het Doornse Gat, de Utrechtse Baan in Leersum en de Zanderij in Maarn. Ook het kleine terrein de Roode Haan op de grens met de gemeente Veenendaal moet dan door Utrechtse Heuvelrug worden bekostigd.

Naar het bos

De grotere gemeenten in de regio willen niet langer meebetalen aan het onderhoud van recreatieve voorzieningen in kleinere plaatsen. Eerder nam de stad Utrecht al afscheid van het Recreatieschap, maar ook andere deelnemers zien de gemeenschappelijke regeling niet meer zitten. Een gemeente als Veenendaal wil niet langer meebetalen aan het beheer van natuur- en recreatieterreinen in Utrechtse Heuvelrug. ,,Zij komen bij ons naar het theater, wij gaan bij hen naar het bos”, zo luidt de redenatie. Verhoef verwijt Veenendaal en andere afhakers een gebrek aan solidariteit en wil het Recreatieschap overeind houden.

Tegenstand

Of er behalve Utrechtse Heuvelrug nog andere gemeenten brood zien in het voortbestaan van het Recreatieschap, moet op 14 maart blijken. Vijf dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen hakt het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke organisatie de knoop door. Volgens sommige bronnen zouden ook Renswoude, Rhenen en Woudenberg tegenstander zijn van opheffing per 2018. Maar Verhoef bereidt zich voor op het ergste: hij vreest dat de voorstanders van liquidatie de vereiste tweederde meerderheid zullen halen. In dat geval zal hij - of zijn opvolger - moeten gaan onderhandelen over afspraken om de financiële pijn voor Utrechtse Heuvelrug te verzachten.

advertentie
advertentie