Koude winters steeds duurder

HEUVELRUG - De barre achterliggende winter heeft de gemeente op kosten gejaagd. Wethouder Bert Homan (VVD) heeft bijna 80.000 euro extra uitbetaald aan de zoutleverancier, verschillende aannemers en de provincie. Na strenge winters zal vaker een aanvullend budget nodig zijn, blijkt uit de evaluatie van de gladheidsbestrijding.

door Michiel Schaaij

Door het sneeuwrijke winterweer moesten de gladheidsbestrijders van Utrechtse Heuvelrug liefst 47 keer uitrukken om de wegen begaanbaar te houden. Ze staken bij elkaar zo'n 1500 manuren in het strooien en sneeuwruimen en dat is driemaal zoveel als werd verwacht. De route van de twee grote strooiwagens bleek te lang, waardoor sommige primaire wegen niet snel genoeg aan de beurt kwamen. Om de veiligheid op het hoofdwegennet te waarborgen worden de hellende wegen in Amerongen, Doorn en Leersum afgevoerd van de lijst met primaire strooiroutes. Bovendien overweegt de gemeente het aankomende winterseizoen een ander voertuig in te schakelen of een aannemer in te huren. Ook afgelopen winter werden al externe gladheidsbestrijders ingezet om pieken op te vangen.

Voor de tweede achtereenvolgende winter werd een nat zoutmengsel op de Heuvelrugwegen gestrooid. Omdat nat zout niet kan verwaaien, kon soms al worden uitgerukt voordat de verwachte gladheid optrad. Volgens de gemeente heeft dit preventief strooien grote voordelen voor de verkeersveiligheid. Ook de proef met het sneeuwvrij maken van doorgaande fietsroutes is geslaagd, schrijft afdelingshoofd Openbare Ruimte Roel ter Horst in zijn evaluatie.

Zowel wielrijders als gemeenteraadsleden reageerden positief. Volgens Ter Horst zou de extra aandacht voor fietspaden daarom toegevoegd moeten worden aan het reguliere strooiprogramma. Uit andere reacties blijkt vooral dat Heuvelruggers veel van de gemeente verwachten. De evaluatie bepleit daarom duidelijkheid en doet een dringend beroep op burgers om hun eigen straatje schoon te houden. Ook zouden inwoners de handen uit de mouwen moeten steken voor buurtgenoten die dat zelf niet kunnen, zoals ouderen en invaliden.