Heuvelrug natuurlijk: De heilzame werking van de Smeerwortel

23 mei 2013 om 00:00 Nieuws

De smeerwortel is een ruwbladige winterharde plant van grazig vochtige bermen. Medicinaal is de wortel al van vóór onze jaartelling bekend. Bovengronds valt de 40-70 centimeter hoge plant op door haar stugge, korte haartjes op de steelvormig lange bladeren. Deze stulpen zich uit de stam, verbreden zich als de lepels (oren) van het haas om dan al snel rank naar een spits toe te lopen. Zoals de van licht bloed doorlopen adertjes in de oren van het haas een beschuttende warmteregulerende functie hebben zo lijken de opwaarts uitstulpende nerven op een smeerwortelblad op een lichtgroene beschutting van stengels en wortelstokken. Mij zijn op de Heuvelrug al jaren enkele plaatsen bekend van de paarsbloeiende variant, soms ook tegelijk met de witbloeiers.

Wondsmeersel

Dat de smeerwortel in vertakkingen van drie bloempjes bijeen vanaf de lente tot diep in de zomer bloeit draagt bij tot haar bekendheid. Blad voor blad rolt zich aan de stengel af en aan het eind van de bloeivorming staan alle kopjes maandenlang hangend in het gelid. Door de buikvormige verdikking en uitstulping van de langzaam openende kelkjes heeft het haar de volksnaam lampenglazen bezorgd.

De naam smeerwortel duidt op de taaie, gomachtige substantie die de wortelstok bevat en die op wonden en zweren gesmeerd werd. Ze doet de bloedvaatjes samentrekken. Het zou ook kunnen dat het slijmige papje er zo 'smerig' uitziet, dat al voor het uitsmeren de naam geboren was. In de Griekse naam Symphytum officinale verwijst het eerste naamdeel naar 'samengroeien/vergroeien' als helende werking van het smeersel. De geneeskracht wordt versterkt door de wetenschappelijk soortnaam 'officinale'. Goedgekeurd en verkrijgbaar bij de apotheek dus. De Franse schrijver Rabelais (16e eeuw) noemt smeerwortel Consolde. Zou dat op het 'consolidatieproces'duiden van de werking van het smeersel op de wond?

Maagdelijk

In de eerste eeuw na Chr. schreef Plinus de Oudere in zijn boek 'Naturalis historica' over de helende werking bij wonden en beenbreuken: 'de wortels bevatten zoveel kleefstoffen dat ze in stukken gehakt vlees aaneensmeden...enz.'. Jan Yperman, 'chirurgijn' uit de 14e eeuw, beaamde dat met ,,wan het doet de lippen van de wonden te gadere heilen''. Een latere collega beval smeerwortelzalf aan voor door sterke melktoevoer pijnlijke borsten van zoogmoeders dan wel ten behoeve van tepelkloven (door er een stukje uitgeholde smeerwortel op te leggen). Ene Johannes Phillipus Höchstetter tekende op dat een dienstmeisje vlak voor haar huwelijksnacht stiekem een bad met smeerwortelextract had genomen om voor haar aanstaande als maagdelijk door te gaan. De onwetende vrouw des huizes die in den regel als eerste hetzelfde badwater gebruikte kreeg van haar echtgenoot te horen dat die ,,zich verwondert hadde hoe zij haar maagdom weder zou verkregen hebben.''

Tekst en foto: Kees de Kroon

advertentie
advertentie