De Kruisspin weet van bungeejumpen

28 januari 2010 om 00:00 Nieuws

Mijn spinnenherkenning gaat niet verder dan de huisspin en de kruisspin. De huisspin schiet met zijn lange poten meestal naar een hoekje van de kamerwand waar je niet bij kunt, terwijl de kruisspin in zijn kunstige web stille bewondering opwekt. Zeker als de spin nog aan het spinnen is volg ik de kunstenares op de voet.

De kruisspin verkent vooraleerst de plek voor haar web goed voor ze aan het werk gaat. Bloemen en etensgeuren trekken vliegen en insekten aan en daarom is de plek op de foto een goede vestigingsplaats. Soms zie je hoe de spin aan een lange draad bungelt om vastigheid te zoeken voor de hechting. Bungeejumpen avant la lettre: niets halsbrekend, vertrouwen in eigen kunnen. Het begint met het vasthechten van het puntje van de eerste draad door drukking van de spits van het achterlijf op een hoger gelegen vast punt voor de vrije val. Hangend aan haar eigen gewicht wordt de draad steeds langer tot al of niet slingerend met de poten het beoogde vaste punt bereikt wordt. De volgende bevestigingspunten van de eerste drie- of vierhoek liggen lager dan het startpunt. Grote zorgvuldigheid vereist het spinnen van de bovenste eerste dwarsdraad die de loodlijnen verbinden en strak houden. Als de buitendraden van het raam gereed zijn verbindt de spin twee tegenoverliggende punten door na aanhechting over de buitendraad heen te lopen naar de andere kant. Werkend naar het midden toe ontstaat zo het spinnenwiel. Daarbij let de spin steeds goed op dat ze precies in het midden eindigt en dat maakt haar levenswerk zo bewonderenswaardig. Doet me denken aan een fotografisch topmoment toen ik in een heideveld bij opkomend daglicht erin slaagde de morgendauwdruppeltjes in een spinnenweb als pareltjes te vangen. Ten slotte bestrijkt de spin de vangdraden met een slijmerige stof, die de prooi vasthoudt als ze er in vliegt. Bij een trilling van het web door de prooi schiet de spin vanuit haar hoekje naar haar slachtoffer toe. Maar wel met de nodige voorzichtigheid. Ze benadert haar prooi vanuit het middelpunt van het web en spuit eerst wat gif in de buit om die te verlammen. Zo blijft haar web intact. Soms lukt het de spin te foppen door met een scherp voorwerp, in de andere hoek waar de spin zit, een trillinkje te weeg te brengen. De spin verslindt haar prooi meestal direct, maar een enkele keer zie je een in draden omwikkeld slachtoffer bungelen als een pop in een cocon: haar voorraadkastje.

Kruis in de ban?

De kruisspin dankt haar naam aan het kruis van donkere en lichte vlekjes op haar rug. Buys negerzoenen uit mijn geboorteplaats heten nu Buys zoenen en de Amsterdamse Sinterklaas – och arme man - had dit jaar een mijter op met de drie kruisjes van het Amsterdammertje (het ijzeren paaltje dat auto’s verhindert op de stoep te parkeren). De drie onder elkaar liggende dwarskruisjes van het Amsterdamse wapen staan in het katholicisme voor Andreaskruisen. Ook bekend als aanduiding van een onbewaakte spoorwegovergang.

Tekst: Kees de Kroon

Foto: Francisca Monhemius

advertentie
advertentie