Communicatietechnieken bij de Kokmeeuwen

10 september 2009 om 00:00 Nieuws

De kokmeeuw valt meestal op als een groep krijsers, die vechten om aangeboden voedsel of de kans daarop. Eendjes voeren aan de waterkant draait menigmaal uit op een ongewilde kakafonie van het kokmeeuwenvolk. Herinner me van vroeger het beeld van troepen meeuwen die de ploegende boer dicht op de hielen zaten en ook zwermden ze om de bulldozer op de open vuilnisbelten van toen.

Eigenlijk schuimen ze alle ruim overzienbare plekken af waar beweging is, zelfs in voetbalstadions. Een heeft de prijzenkast van Feyenoord gehaald.

Doelman Eddy Treytel schoot in 1970 een kokmeeuw uit de lucht. Van Hanegem (de ‘kromme’) greep het als een stuk vuil aan een vleugel en deponeerde het over de zijlijn. Bij de sluisdeur van het Amerongse stuwcomplex zie je hoe brutale kokmeeuwen de visjes bij de ijdeltuiterige aalscholvers uit de bek weggrissen.

Kokmeeuwen zijn kolonievogels. Ze weten elkaar snel te vinden als er ergens iets te halen valt. Alsof ze daar een ‘oortje’ voor hebben: in de winter in de oorvlekken en in de zomer onder de donkere ‘koptelefoon’. De kopkap in de zomer schrompelt namelijk in de winter in tot een paar zwarte oorvlekken.

Vroeger broedden er ook een kolonie op de Leersumse Plassen. Nu huizen ze nog wel in de Peel, maar de meeste groepen broedvogels vind je langs de zandplaten van de Waddeneilanden. Alhoewel ze gezamenlijk, ook ’s-nachts in hun broedterrein een oorverdovend lawaai produceren houden ze niet van pottenkijkers. Ze zijn op hun rust gesteld in de broedtijd. Ze schromen niet om een indringer te verjagen. Een van hun belangrijkste voedselconcurrenten, de zwarte kraai, zitten ze graag eng op de huid. Kraaien opereren meestal in een paartje en je kunt er op wachten hoe een groepje meeuwen in de omgeving ze dan met veel leedvermaak wegjaagt. Ze loeren als het ware op de kraaien, pestkoppen zijn het dan.

Kaapmeeuw

‘Vadertje’ Cats zei al: ‘Kockmeeuwen aan ’t lant, onweer voor de hant’. Taalkundig is de naam kokmeeuw interessant. Ik heb ook wel kapmeeuw gehoord. En vanwege zijn voorliefde om visjes en broodkorsten weg te kunnen kapen zou ‘kaapmeeuw’ ook kunnen. Het naamdeel ‘kok’ zou af te leiden zijn van het werkwoord kokkeren of kakelen naar het geluid wat ze maken. De betekenis van de wetenschappelijke naam Larus ridibundus is lachende meeuw. In het Duits is het Lachmöwe. Ik blijf ‘kok’ vreemd vinden. De mannetjesfazant, die in jagerskringen ‘kok’genoemd wordt heeft absoluut meer recht op die naam als je hem hoort bij het opvliegen.

Je zou niet zeggen dat de kokmeeuw op de foto even groot is als een houtduif. Beider spanwijdt loopt echter aanzienlijk uiteen : bij de houtduif tot circa 75 cm en bij de kokmeeuw gaat de breedte tot één meter. In België bestaat de volksnaam zeeduif. Tussen meeuwen, duiven en kippen is naamverwantschap. Een bepaald soort sierduiven wordt ‘meeuwtjes’ genoemd en ook bestaan er naamsgelijke oude kippenrassen, zoals bijvoorbeeld Groninger meeuw.

Tekst: Kees de Kroon

Foto: Jan van der Greef

advertentie
advertentie