De Meikever onder- en bovengronds

22 mei 2009 om 00:00 Nieuws

In deze weken van het jaar valt het me op dat ik weer eens een meikever in de tuin bemerk. Nu al enkele jaren achter elkaar. Zouden ze ‘terug’ zijn? Uit mijn jongste jaren herinner ik me ze volop. In de buurt van beuk- of ligusterhaag wachtten wij, kinderen uit de buurt, gespannen bij holletjes in de zachte zandgrond. Daar kwamen ze bij zwoele zomeravonden uitgekropen. Met garen dat we van moeder kregen bonden we ze aan één pootje vast en lieten we ze rondvliegen.

Het lijkt er misschien op dat de kever op de foto één pootje mist, maar dat is niet het geval. Er is nog net een stukje schaduw te zien van het linker middelste pootje onder de achterpoot. Vergelijk dat stukje schaduw maar met het schaduwtopje van de rechter middelste pootschaduw. Het mannetje (ook wel bakker genoemd) is herkenbaar aan een langer achterlijf met witte puntjes. De foto is waarschijnlijk van een vrouwtje.

Winterslaap

De meikever ontleent zijn naam aan het feit, dat hij na de winterslaap in de maand mei zich eerst laat zien. In mijn Brabantse geboortestreek noemden we ze mulder of molenaar. Om ze tot vliegen te bewegen hielden we ze in de handpalm en zongen we ”mulderke, mulderke telt oe geld en leer ons toch eens vliegen. – anders komen de dieven, die nemen oe dan mee en gooien oe dan in de zee”.

Nauwelijks rijmend, maar wel ritmisch! Met trillende vleugels snorden ze weg. Dat aanzetten voor het van de grond loskomen heeft wel wat weg van het opstijgen van een kleine helicopter.

Door het persen van lucht in de vleugeladers worden de vleugels gestrekt, de dek- en sprietschilden zoemen zijwaarts en het geheel verheft zich majestueus. Alle kevers doen het zo, maar de meikever geeft de mooiste luchtshow.

Engerling

Daar ze het liefst in de schemer en nacht vliegen staan ze op het menu bij vleermuizen en andere nachtelijke roofvogels, zoals uilen. Overdag houden ze zich koest tegen zonnige wanden, zoals op de foto op de verweerde hardhouten schutting(bankirai) dan wel in struiken en bomen, die hun tot voedsel dienen. Het was altijd spannend zo’n beukenboompje een zetje te geven en dan te luisteren of er een meikever uitvalt. Wanneer zo’n struik over de stoep reikt hoor je duidelijk de tik waarmee de kever op zijn rugschild neerkomt. Op de afscheiding van beukenboompjes tussen ons huis en dat van de buren is me dat nog niet overkomen. Daar verpietert al enkele jaren de wederzijdse beukenhaag. Onlangs zijn voor de derde maal nieuwe struikjes geplant. De grond is op die plek al eens in een laboratorium onderzocht, maar dat gaf geen uitsluitsel. Blijft nog over dat de meikever de schuldige is. De larve van de meikever is namelijk de beruchte engerling. Die blijft een jaar of drie in de grond alvorens zich te verpoppen. De engerling vreet aan de malse vertakte worteltjes van jonge beukjes waardoor deze afsterven. Vorig najaar trok ik eens zo’n afgestorven beukje uit de grond, waaraan nog zo’n dikke vette vaalwitte worm zat. Brrr....

Tekst en foto: Kees de Kroon

advertentie
advertentie