Maarn heeft kersverse professor: Ad de Jong

5 februari 2009 om 00:00 Nieuws

Ad de Jong studeerde geschiedenis en museologie aan de Rijksuniversiteit Leiden en werkt sinds 1981 bij het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem als wetenschappelijk beleidsmedewerker van de directie. Ook na deze eervolle benoeming tot hoogleraar blijft Ad de Jong parttime verbonden aan dit museum, dat mede door zijn inbreng van grote waarde is voor de brede kennis van de cultuurgeschiedenis van het dagelijks leven. Niet voor niets ontving dit museum in 2005 de prijs voor het ‘Museum van het Jaar’.

MAARN - Inwoner van Maarn, Dr. A.A.M. de Jong, is zojuist benoemd tot hoogleraar. Ad de Jong wordt bijzonder hoogleraar Nederlandse Cultuurgeschiedenis en gaat zich binnen die functie bezig houden met de studie van voorwerpen die verband houden met de cultuurgeschiedenis van Nederland. Deze leerstoel is in 1990 ingesteld aan de Universiteit van Amsterdam door het KOG, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en maakt deel uit van de leerstoelgroep Cultuurgeschiedenis van Europa van de afdeling Kunst-, religie- en cultuurwetenschappen.

door Nicole van der Schaaf

Directeur Jan Vaessen van het Openluchtmuseum is bijzonder trots op de benoeming van Ad de Jong. ,,Wij zien het als een bekroning van het belangrijke wetenschappelijke werk van De Jong. De inzichten van Ad de Jong zijn van onmiskenbare invloed geweest op de ontwikkeling van het Openluchtmuseum tot een eigentijds museum.’’

De leden van de Cultuurhistorische Commissie Maarn Maarsbergen zijn trots op hun mede-commissielid. De inbreng van De Jong in deze actieve commissie is altijd waardevol en uitvoerbaar gebleken.

Als hoogleraar gaat Ad de Jong zich bezighouden met de cultuurhistorische betekenis van voorwerpen die deel uitmaken van museale collecties en dus onderdeel vormen van ons nationaal erfgoed. Een van de actuele vragen die daarbij aan de orde komt, is welke betekenis deze specifieke voorwerpen hebben voor nieuwe bevolkingsgroepen. Daarnaast geeft hij colleges aan studenten Algemene cultuurwetenschappen en Kunstgeschiedenis. Zijn oratie - de openbare redevoering waarmee een nieuw benoemde hoogleraar zijn ambt begint - vindt plaats in november.

advertentie
advertentie