Deurwaarderskantoor Flanderijn en ter Weele verhuist

21 juni 2007 om 00:00 Nieuws

,,Het was geen gemakkelijke tijd”, zegt Ed Van Ginkel. Zijn kantoor was lange tijd gevestigd boven de bibliotheek van Doorn, maar die ruimte was niet langer beschikbaar als gevolg van de komst van het nieuwe Cultuurhuis. ,,Het idee was dat wij na de verbouwing zouden terugkeren, maar de gemeentefusie gooide roet in het eten”, aldus Van Ginkel. “Door plaatsgebrek moest er voor ons een andere oplossing gevonden worden, en dat heeft helaas enige tijd op zich laten wachten. Niettemin zijn we nu zeer tevreden met dit prachtige pand, al is het natuurlijk wel even wennen om Doorn na zoveel jaren te verlaten. Het belangrijkste is echter dat we weer ruimte hebben om uit te breiden, want de werkzaamheden nemen voortdurend toe. In zo’n noodvoorziening is uitbreiding eenvoudigweg niet mogelijk.”

DOORN - Bijna drie jaar lang moesten gerechtsdeurwaarder Ed van Ginkel en zijn collega’s hun werk doen vanuit een noodunit op het terrein van het gemeentehuis van Doorn. Aan die situatie is nu een eind gekomen met de verhuizing naar de Kerkstraat 24 in Driebergen. Het voormalig pand van de gemeentepolitie aldaar werd grondig verbouwd, en biedt Van Ginkel eindelijk, als onderdeel van de landelijke incasso-organisatie Flanderijn, weer ruimte om de vleugels uit te slaan.

Flanderijn en ter Weele maakt onderdeel uit van Flanderijn met vestigingen in Rotterdam, Gouda, Dordrecht, Tilburg, Venray, Apeldoorn, Heerenveen, Appingedam en Haarlem. De combinatie van landelijke dekking en regionale aandacht vormt volgens Van Ginkel de kracht van organisatie. “Klanten kunnen altijd bij ons terecht, ongeacht waar de debiteur is gevestigd. Wij hoeven vorderingen niet door te spelen aan andere kantoren, maar kunnen die altijd binnen de eigen organisatie afhandelen. Tegelijkertijd weten we wat er speelt in de eigen regio, en dat is vaak belangrijk om een goed resultaat te kunnen garanderen”, aldus Van Ginkel. “Ik verwacht dan ook dat we vanuit deze nieuwe uitvalsbasis een nog stevigere regionale positie kunnen uitbouwen.”