Klooster Zusters Ursulinen sluit deuren

5 september 2011 om 00:00 Nieuws

DRIEBERGEN - Op 15 september vertrekken de laatste zusters uit het Ursulinen-klooster op de hoek Rijsenburgselaan/Drieklinken. Daarmee komt een einde aan een tijdperk: ruim 150 jaar woonden en werkten op deze markante plek religieuzen van verschillende orden. Generaties parochianen hebben er op de bewaarschool, later kleuterschool gezeten, eerst bij de Zusters van Liefde en vanaf 1950 bij de Zusters Ursulinen. Voor de Ursulinen was 'Rijsenburg' vooral het Missiehuis Xaverius, waar zusters woonden die in de missie in Indonesië hadden gewerkt of daar gingen werken. Ook kwamen er regelmatig zusters uit Indonesië op bezoek.

De zusters die les gaven aan de kleuterschool, waren veruit in de minderheid, maar voor de parochianen wel de meest bekende, zoals Zr. Tarcisius en Zr. Margaretha Maria. Ursulinen waren binnen de parochie ook actief voor zieken en ouderen, die zij bezochten en met raad en daad terzijde stonden.

De komst van de Zusters van Liefde (uit de Congregatie van Tilburg) naar Rijsenburg is te danken aan de toenmalige Heer van Rijsenburg, Thomas van Rijckevorsel. Hij liet als dank voor de verpleging van zijn vrouw door een Zuster van Liefde de witte villa bouwen waarin de zusters in 1855 hun intrek namen. Zij verzorgden er ouderen, onder wie verschillende emeriti-pastoors en breidden hun werk uit met de bewaarschool en naai- en breischool. In 1898 werd langs de Rijsenburgselaan een nieuw kloostergebouw met kapel gebouwd. Dat is een eeuw later verkocht aan de stichting Philadelphia, die het klooster liet aanpassen om er mensen met een verstandelijke beperking in onder te brengen.

De laatste Ursulinen stonden toen voor de keus om Rijsenburg te verlaten of in een aangepaste vorm verder te gaan. Het besluit viel om met een kleine communauteit in de witte villa te gaan wonen. De villa werd op de begane grond voorzien van een huiskapel, eetkamer, keuken en zitkamer. In de loop der jaren verhuisden zusters die vanwege hun gevorderde leeftijd meer zorg nodig hadden naar verzorgingshuis La Providence in Grubbenvorst. In het klooster op Rijsenburg bleven daardoor zo weinig zusters over dat sluiting onvermijdelijk was. Met pijn in het hart, want de zusters bewaren goede herinneringen aan het Missiehuis en aan de parochie.

Helemaal verdwijnen zullen de Ursulinen niet van de Utrechtse Heuvelrug. Zuster Edith OSU, de laatste overste van het klooster, gaat in de vroegere pastorie in Austerlitz wonen om de lokale parochiegemeenschap te helpen. Vanuit Austerlitz kan Zr. Edith bovendien haar vrijwilligerswerk op de Maupertuus-school in Driebergen voortzetten.

Tekst: George Marlet

advertentie
advertentie