Vijf jaar Utrechtse Heuvelrug: Hennie Kemner uit Leersum
De gemeente Utrechtse Heuvelrug bestaat vijf jaar. De gemeenten Amerongen, Doorn, Driebergen, Leersum en Maarn werden op 1 januari 2006 samengevoegd tot één nieuwe gemeente. In een artikelenreeks praat een aantal hoofdrolspelers over de totstandkoming van de nieuwe gemeente. Er wordt ook gekeken of de herindeling heeft opgeleverd wat ze er van hadden verwacht. In deze vierde aflevering is het woord aan Hennie Kemner, voormalig VVD-wethouder in Leersum.
LEERSUM - Dat Leersumers niets van herindeling moesten hebben, bleek al toen in de jaren negentig van de vorige eeuw in een enquête bijna 90 procent van de bevolking zich uitsprak tegen herindeling. ,,Binnen de gemeenteraad was alleen D66 voor’’, weet oud-VVD wethouder Hennie Kemner zich te herinneren. De uitslag van de enquête beperkte de bewegingsvrijheid van de Leersumse politiek als er over herindeling werd gesproken.
door John Spijkerman
Vooral de lokale partij Leersums Belang spon garen bij de felle anti-herindelingshouding. De partij behaalde flink wat raadszetels. Volgens Kemner waardeerden de meeste Leersumers de kleinschaligheid van de gemeente Leersum en de toegankelijkheid van het gemeentebestuur. ,,Men kende de ambtenaren, de raad en het college en men was bang dat dit bij een herindeling zou verdwijnen.’’
Maar er zat ook een keerzijde aan zelfstandigheid. ,,De kleinschaligheid van de gemeente leidde tot kwetsbaarheid van het ambtelijk apparaat en het lokale bestuur’’, vertelt Kemner. En dat terwijl gemeenten steeds meer Rijkstaken op hun bordje kregen geschoven. ,,In kleine gemeenten waren te weinig ambtenaren die zich met beleidsvorming konden bezighouden. Als in zo’n kleine gemeente één ambtenaar uitviel, lag het werk op het terrein waar hij zich mee bezighield, soms helemaal stil.’’
In Leersum wilde het gemeentebestuur het probleem van de kwetsbaarheid van het ambtelijk apparaat oplossen door met andere gemeenten samen te werken, maar niet door te herindelen. ,,Gemeenschappelijk werd erkend dat de MALD-gemeenten (Maarn, Amerongen, Leersum en Doorn) te klein waren om op termijn zelfstandig te kunnen functioneren. Maar wij waren bang dat je bij een herindeling de band van de lokale bevolking met het bestuur zou verliezen. We wilden die band behouden en pas praten over herindeling als samenwerking niet zou lukken. Maar Doorn en Maarn wilden koste wat kost een herindeling.’’ Kemner benadrukt dat Leersum wel degelijk de problemen zag waarmee kleine gemeenten te maken hadden. Alleen was de Leersumse oplossing een andere dan herindeling van de MALDD-gemeenten (MALD met Driebergen erbij). ,,We wilden van 2006 tot 2010 proberen of samenwerking mogelijk was.’’ Volgens Kemner zou zo’n samenwerkingsverband enerzijds leiden tot het behouden van de kleinschaligheid en anderzijds zorgen voor een grotere doelmatigheid van bestuur. ,,Het was de moeite van het proberen waard, maar ik was er allesbehalve zeker van dat het ging lukken.’’ De weerstand bleek te groot. ,,Er waren cynici bij de gemeenteraden die zeiden ‘Samenwerking lukt niet’. En ook de provincie geloofde er niet in. Er werd op gewezen dat dit soort samenwerkingsverbanden moeizaam functioneren en moeilijk tot stand komen.’’
Toen voor Kemner duidelijk was, dat Doorn en Maarn herindeling binnen MALDD als enige optie zagen, kwam voor hem het samenwerkingsverband van Wijk bij Duurstede, Amerongen en Leersum (WAL) in beeld. Kemner analyseert. ,,Doorn en Maarn waren voorstanders. Driebergen had aarzelingen en heeft pas laat positie gekozen in de discussie. In Amerongen lag het ongeveer fifty-fifty en Leersum was tegen.’’ Als Amerongen ook tegen MALDD zou stemmen, zou de herindeling van de baan zijn. ,,Als twee gemeenten tegen MALDD zouden zijn, zou het niet doorgaan omdat men het draagvlak dan te gering vond’’, weet Kemner. Hij had dat gehoord in zijn contacten met de provincie Utrecht en in gesprekken met Tweede Kamerleden die de Utrechtse Heuvelrug bezochten.
Het Leersums gemeentestuur wilde intensief samenwerken met de colleges van Amerongen en Wijk bij Duurstede. Ook het college van Wijk bij Duurstede had wel oren naar zo’n samenwerking, constateerde Kemner. En in het geval samenwerking niet mogelijk was en het dan toch herindeling zou worden, dan was de zogenaamde WAL-variant altijd beter dan het MALDD-alternatief, vond Leersum. ,,We zochten naar een partner waarvan de schaal groot genoeg was. Met WAL hadden we 40.000 inwoners.’’ De gemeenten Doorn, Maarn en Driebergen hadden dan met z’n drieën dan ook kunnen opgaan in één nieuwe gemeente. Om het Leersums pleidooi voor WAL kracht bij te zetten, gaf Kemner opdracht aan twee wetenschappers van de Universiteit Utrecht om samenwerking/herindeling op de Heuvelrug en in het Kromme Rijngebied te onderzoeken. Het resulteerde in het rapport ‘Wal in zicht’. Daaruit kwam naar voren dat WAL een beter alternatief voor Leersum was dan MALDD. Ook de Leersumse gemeenteraad sprak zich in ruime meerderheid uit voor deze variant.
Toch zou de Leersumse opzet om tot samenwerking binnen WAL te komen, falen. De gemeenteraad van Amerongen koos met een nipte meerderheid van één stem voor MALDD. De stem van ChristenUnie raadslid Henk de Baat uit Amerongen gaf daarin de doorslag. Toen De Baat voor MALDD stemde, was aan de voorwaarde die de overheid stelde voor voldoende draagvlak voor een herindeling voldaan. Alleen Leersum was en bleef tegen herindeling. Dat WAL niet doorging, was voor Kemner geen grote teleurstelling, vertelt hij. ,,Ik was niet blind voor de argumenten pro herindeling. Alleen gaf bij mij de kleinschaligheid de doorslag. Een grotere doelmatigheid en professionalisering van het bestuur waren zaken die ik belangrijk vond. Die zouden bij herindeling worden bereikt. Dat vond ik een winstpunt.’’
Kemner signaleert een zekere wetmatigheid tussen het aantal inwoners en het aantal ambtenaren. ,,Hoe groter de gemeente, hoe ook verhoudingsgewijs meer ambtenaren.’’ Maar daar staat voor hem tegenover dat het huidige gemeentebestuur een stabielere basis heeft. ,,Er is meer deskundigheid, minder uitval en er zijn meer specialismen. Dat zijn goede voorwaarden voor het beleid van college en raad.’’ Toen er nog vijf kleine gemeenten bestonden, waren er te weinig specialisten onder de ambtenaren, stelt Kemner. ,,Als ik zie hoe dit gemeentebestuur opereert en de ambtelijke organisatie heeft versterkt, dan is daarmee de continuïteit van het beleid verbeterd.’’
Toch zijn er ook nadelen die verbonden zijn aan de grootte van de gemeente. ,,Een grotere gemeente is beperkter in zijn mogelijkheden. Mensen zijn gehecht aan klein en overzichtelijk. In een kleinere gemeente liep je makkelijker het gemeentehuis binnen.’’ De herindeling heeft een prijs gehad, vindt Kemner. ,,En dat is het verlies van de kleinschaligheid en de grotere afstand tot de burger.’’ Toch heeft hij lof voor de manier waarop het huidige college van b en w de bevolking erbij probeert te betrekken. ,,Dit college verdient een compliment voor de wijze waarop ze investeert in de relatie met de bevolking. Denk aan de fietstochten die het college onderneemt naar de verschillenden kernen en het instellen van een dorpswethouder.’’
Wat gemeenten tegenwoordig allemaal moeten doen, zou in de oude omstandigheden met afzonderlijke kleine gemeenten, echt niet meer kunnen, denkt Kemner. ,,Hulp aan werkzoekenden, de AWBZ en de WMO. En dit gemeentebestuur krijgt nog meer taken op zijn bordje. Daarvoor moet je als gemeente voldoende slagkracht hebben. Dit had je niet meer als kleine gemeente aangekund.’’