Doorn 2010: BNMO: geluk bij een ongeluk

30 december 2010 om 00:00 Nieuws

DOORN - De bouwplannen op het BNMO-terrein kwamen in 2010 regelmatig in het nieuws. Het nieuwbouwproject - de oude bungalows worden vervangen door 18 nieuwe - is niet door iedereen met evenveel enthousiasme ontvangen. Vlak voor de jaarwisseling kijken we naar de andere kant van het verhaal: het verhaal van de bewoners van De Basis. Jenne (Jan) Meinema (81) en Fried Redering (66) wonen beide het grootste deel van hun leven in een aangepaste bungalow aan de Woestduinlaan. De bijzondere woningen in de Doornse bossen hebben de twee dienstslachtoffers een kans op een ‘normaal’ leven gegeven.

Jan Meinema woonde al op het BNMO-terrein voordat het officieel geopend werd. Op 21 december 1957 trok hij samen met zijn vrouw Jeltje in een gloednieuwe bungalow. Meinema vertelt hoe hij in Doorn terecht is gekomen. ,,Op 15 maart 1951 heb ik, tijdens een herhalingsoefening bij Putten, een dwarslaesie opgelopen. Ik kreeg een pen van een PIAT-bom in mijn rug. Ik was 22 jaar en woonde in Amsterdam. Door het ongeluk kon ik daar niet blijven wonen. Ondanks dat ik een benedenwoning had, was het praktisch niet te doen. Na jarenlang ziekenhuis in, ziekenhuis uit hoorde ik in 1956 van de bungalows in Doorn. Ik kende Doorn nog van mijn revalidatieperiode in MRC Aardenburg. Omdat ik in mijn diensttijd invalide ben geraakt, kwam ik in aanmerking voor een zorgwoning op het Basis-terrein. Ik ben toen samen met mijn vrouw Jeltje hierheen verhuisd.”

Het verhaal van Fried Redering toont grote gelijkenissen met het verhaal van zijn buurman. ,,Ik stond in december 1964 tussen twee auto’s in. Eén van die auto’s reed met 80 kilometer per uur tegen de ander aan. Daarbij liep ik een dwarslaesie op. Ik heb mazzel gehad. Sommige mensen vallen vanaf de onderste trede van de trap, en zijn dood. Ik overleefde dit. Het gebeurde op de openbare weg in Wezep, maar wel tijdens mijn diensttijd toen we aan het werk waren. Ik was 20 en mijn hele leven stond op z’n kop. Ik woonde destijds bij mijn ouders in Rotterdam, in een huis van drie verdiepingen. Dat ging niet meer. Na mijn revalidatie kwam de BNMO in beeld. Ik kon in Doorn een appartement krijgen en in 1966 ben ik naar De Basis verhuisd.”

Voor beide heren was het een flinke verandering: vanuit de grote stad verhuizen naar de Doornse bossen. Meinema had het er moeilijk mee. ,,De overgang was zo groot. Ik heb wel een traantje gelaten toen ik hier kwam. Maar nu ben ik een echte Doornaar geworden, ik woon hier tenslotte al 57 jaar. Mijn vrouw vond het direct geweldig hier. De spanning werd haar in Amsterdam te veel. Ze had daar vaak last van migraine, dat was hier meteen verdwenen. Samen hebben we hier een zoon en een dochter gekregen. Die hebben het hier ook goed gehad.”

Voor Rotterdammer Redering was de verhuizing naar Doorn ook een flinke omschakeling. ,,Maar de natuur heeft me altijd getrokken”, zegt hij met een glimlach. ,,Bovendien had ik in het ziekenhuis, tijdens mijn revalidatie, een verpleegster aan de haak geslagen. Dat was een geluk bij een ongeluk. De liefde zorgde er voor dat alles anders werd. We zijn in 1968 getrouwd en hebben, samen met onze zoon en dochter, altijd fijn op het BNMO-terrein gewoond. Ik weet niet beter dan dat ik in een aangepaste woning woon.”

De twee, inmiddels Doornse, dienstslachtoffers hebben beide het maximale uit hun leven met dwarslaesie gehaald. Met een aangepaste auto, een aangepaste woning en een kantoorbaan zijn de twee altijd gelukkig geweest. Ze realiseren zich het bijzonder is dat er dergelijke zorgwoningen voor oorlogs- en dienstslachtoffers zijn. Redering: ,,Ik ben blij dat dit bestaat. Het past echt bij de cultuur van defensie. Je zorgt voor elkaar. Het is een vorm van verbroedering.” Meinema vult hem aan. ,,Ja, we worden goed verzorgd door het ministerie van defensie.”

De twee kijken uit naar het moment dat ze hun nieuwe woning op het terrein aan de Woestduinlaan kunnen betrekken. ,,Maar ik zal mijn huisje wel missen”, verzekert de 81-jarige Meinema. ,,Net als toen ik uit Amsterdam weg moest, zal ik ook nu wel een traantje laten. Maar de huizen zijn toe aan vervanging, de voordelen van een nieuwe woning wegen op tegen de nadelen van het verhuizen.” Redering is het met hem eens. ,,Ik zie niet op tegen de verhuizing. Het wordt pas mijn eerste keer verhuizen, sinds ik uit mijn ouderlijk huis ben vertrokken. Ik ben daarna alleen een keer vanuit mijn appartement op dit terrein naar de bungalow verhuisd, maar dat voelde niet echt als verhuizen.” De oud-Rotterdammer is nauw betrokken geweest bij het ontwikkelen van de nieuwe zorgbungalows. ,,Ik zit in het bestuur van de bewonersbelangen. Wij hebben meegedacht over de inrichting van de nieuwe bungalows. Sommige praktische dingen als voldoende ruimte rondom het bed, om met de rolstoel te kunnen rijden, en een aanrecht dat in hoogte verstelbaar is, zijn wensen van ons. Toen het hier in de jaren ‘50 werd gebouwd, is niet met alle rolstoelpraktische dingen rekening gehouden. Nu wel. Het plan zoals het er nu ligt, is heel mooi.”

advertentie
advertentie