Albrecht Dürer, Rhinocerus, houtsnede, 1515
Albrecht Dürer, Rhinocerus, houtsnede, 1515 K+V

Kunstenaar, ondernemer ging op reis

10 maart 2021 om 11:42

Nicole van der Schaaf

HEUVELRUG Zowel The National Gallery in Londen als het Suermondt-Ludwig-Museum in Aken hebben een tentoonstelling voorbereid over Albrecht Dürer (1471-1528). Een belangrijke renaissance kunstenaar die niet zo vaak voor het voetlicht komt. Toch hebben s ’werelds belangrijkste musea voor oude kunst werk van hem in de collectie. Nu maar wachten en wachten hoe ons welbekende virus zich dit jaar ontwikkelt en of de musea weer normaal open kunnen. De tentoonstellingen zijn zeer de moeite waard en Aken is (vanaf Utrecht) in ruim 2 uur te bereiken.


In onze tijd zou Dürer vast in aanmerking gekomen zijn voor een ‘steunpakket’. Hij was een soort handelsreiziger die veel verdiende tijdens zijn vele reizen. Van zijn reis- en geldlust weten we aardig wat dankzij het feit dat hij van vrijwel alle reizen en de onderweg tot stand gekomen transacties een dagboek bijhield.

Hij was een zoon van een Hongaarse goudsmid die in het Zuid Duitse Neurenberg woonde. Zo vader zo zoon in die tijd en Dürer jr. werd dus ook goudsmid. Maar, hij mocht ook naar school van zijn vader, iets wat in de 16de eeuw niet zo vanzelfsprekend was en ook niet verplicht.

Het talent van Dürer reikte verder dan alleen het goud bewerken; hij wilde kunstenaar worden en ging, tegen de wil van zijn vader, in de leer bij schilder en grafisch kunstenaar Wolgemut. De jonge Dürer draaide op het atelier van Wolgemut overal in mee en ging na drie leerjaren in 1490 als volleerd graficus en schilder zelfstandig op reis. Bekend is dat hij Colmar, Straatsburg en Bazel bezocht alwaar hij in een drukkerij werkte als ontwerper/tekenaar van allerlei voorstelling die door anderen in een houtblok werden uitgesneden.

Pas vier jaar later kwam hij weer terug naar huis en schreef hij in zijn dagboek: ‘….en toen ik weer thuisgekomen was, onderhandelde Hans Frey met zijn vader en hij gaf mij zijn dochter, zij heet juffrouw Agnes, en daarbij gaf hij mij 200 gulden (omgerekend)’.

200 gulden was toentertijd veel geld; ter vergelijking: de Neurenbergse onderwijzer verdiende 20 gulden per jaar en een dokter gemiddeld 100 gulden per jaar.

Tijdens zijn reizen maakte Dürer talloze schetsen van alles wat hij tegenkwam en hem interessant leek. Om de verkoop van zijn werk te bevorderen maakte hij van zijn tekeningen vaak een houtsnede. Toen hij in 1505 voor een van zijn lange reizen richting Italië vertrok was hij een alom bekend kunstenaar die zijn public relations goed op orde had en ook in keizerlijke kringen slim wist binnen te komen. Voor een mega-opdracht van de Duitse keizer Maximiliaan krijgt Dürer een jaargeld van 200 gulden. Hij was ondertussen een rijk en beroemd man die tijdens zijn reizen veel verdiende en weinig uitgaf.

Zijn vele reizen zijn voor ons in dit virusvolle jaar jaloersmakend, nog meer zal menig kunstenaar hem benijden om zijn fenomenale tekentalent waarmee hij vrijwel alle onderwerpen kon vastleggen.

Rond 1520 bezocht Dürer de Zuidelijke Nederlanden; uit de geschriften is duidelijk dat hij zich ophield in Nijmegen, Tiel, Zaltbommel, Den Bosch, Tilburg, Zeeland en Antwerpen. Helaas heeft hij -waarschijnlijk - nooit kennisgemaakt met de Heuvelrug. Jammer, hij reisde nog net niet noordelijk genoeg om onze mooie omgeving tegen te komen.

Hopen maar dat wij binnenkort weer kunnen reizen naar zijn tentoonstellingen om de reizen van een 16de eeuwer te volgen!

[Re:kunstenvliegwerk@caiway.nl