Kinderen op de Utrechtse Heuvelrug ontvangen volgens wethouder Broekhuis ook na 1 juli de zorg die zij nodig hebben.
Kinderen op de Utrechtse Heuvelrug ontvangen volgens wethouder Broekhuis ook na 1 juli de zorg die zij nodig hebben. Pixabay

'[Transformatie] in jeugdzorg voor meer kwaliteit'

19 februari 2021 om 09:34

Wat vond u van wat de zorgaanbieders vertelden in het artikel van vorige week?

Als je zo'n artikel leest, dan sta je daar echt wel even bij stil. En tegelijkertijd weet je voor welke opgave we staan als gemeente. Het is voor dit soort zorgaanbieders een ingewikkelde tijd en tegelijkertijd voor gemeenten ook. Het hangt allemaal samen met de manier waarop de rijksoverheid is omgegaan met de hele decentralisatie. Die is in 2015 over ons heen gekomen met een korting van 25% (40 miljoen euro), en die hebben wij gewoon moeten opvangen. Tegelijkertijd zie je ook dat kinderen zorg nodig hebben en die wil je niet tussen de wal en het schip laten vallen. Daar doen we echt ons uiterste best voor, om dat op een goeie manier te doen. Dat betekent ook dat we moeten terugvallen op de basiswet- en regelgeving. Voor 2015 zat de complementaire zorg ook niet in het basispakket.



Vorig jaar was er een brandbrief vanuit de VNG. Die kwam hier op neer: als de financiering niet verandert dan geven de gemeenten de hele taak van de jeugdzorg terug aan het rijk. Daar is toen op gereageerd door het kabinet met de belofte geld vrij te maken. Is dat er gekomen en is dat structureel?

Nee, wij hebben als gemeenten een aanvullende bijdrage gehad die incidenteel is, maar die is absoluut niet kostendekkend en dat heeft een onafhankelijk onderzoek van AEF in december ook aangetoond. Wij als gemeentes zetten structureel 1,7 miljard in aan eigen middelen voor jeugdzorg, die niet onze opgave was. Dat heeft te maken met die korting die bij die decentralisatie is opgelegd. Dat is ook het uitgangspunt van onderhandelingen die de VNG op dit moment met het rijk voert voor extra middelen voor jeugdzorg. We hopen dat wij, ondanks de demissionaire status die het kabinet nu heeft, rondom eind februari, begin maart zicht hebben of die onderhandelingen resultaat hebben. Daar zit nu ongeveer heel gemeentelijk Nederland op te wachten als het gaat om het sociaal domein: wat gaat daar gebeuren? Ons tekort op dat domein is nu 4 miljoen euro. De marktwerking in de zorg is een gegeven, maar wat ik dus echt heel ingewikkeld vind, en hier herhaal ik mezelf, is dat we als gemeente worden opgezadeld met een zorgtaak waar we onvoldoende financiering voor krijgen. En dat vind ik gewoon echt niet kunnen. Daar hebben wij ons als gemeente Utrechtse Heuvelrug ook bij elke gelegenheid die zich voor heeft gedaan, tegen uitgesproken.

U zegt dus eigenlijk: deze nieuwe inkoop is ingegeven door gebrek aan financiën en daardoor moeten we de complementaire zorg schrappen?

Ja. Dat wil niet zeggen dat deze daarmee niet kan blijven bestaan. Dat betekent wel dat als mensen deze zorg willen inzetten, dat ze daar op een andere manier financiering voor zullen moeten gaan vinden. Vergoeding van deze vorm van jeugdzorg blijft mogelijk via zorgverzekeraars, die dit opgenomen hebben in het aanvullende pakket. En nogmaals, dat wil niet zeggen dat we daarmee kinderen tussen de wal en het schip laten raken, maar wij zeggen wel: kinderen moeten de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Hoe ziet u dat voor zich? Kinderen moeten gemiddeld naar andere, grotere zorgaanbieders, en het is algemeen bekend dat daar al redelijk lange wachtlijsten zijn. Wat gaat er dan gebeuren per 1 juli?

Per 1 juli sluiten wij nieuwe contracten af met zorgaanbieders voor alle zorgsegmenten die in het wettelijke takenpakket van de gemeente vallen, zoals ambulante zorg en hulp bij opvoedingsproblemen en geestelijke gezondheidszorg (ggz). Daarnaast bestaat nog de mogelijkheid voor een PGB voor gezinnen die zeggen dat ze zelf hun zorg willen organiseren.

Is dat niet alleen voor kinderen die zwaardere zorg nodig hebben?

Nee hoor. Wij kopen straks de zorg in bij GGZ-instellingen, maar die kunnen natuurlijk samenwerken met dit soort andere zorgaanbieders die alleen vaktherapie en complementaire zorg aanbieden. Die samenwerking is prima mogelijk, maar wij gaan als gemeente niet meer met al deze partijen afzonderlijk afspraken maken. Wij zeggen: wij vallen terug op onze wettelijke taak. Wij gaan niet meer enkelvoudig complementaire zorg of enkelvoudig vaktherapie toewijzen. En daar is nog een reden voor. We hebben nu zo'n ruim 350 zorgaanbieders in zorgregio ZOU. Daar moet je allemaal contracten mee afsluiten, daar heb je allemaal administratieve lijnen mee. Onderzoek heeft aangetoond dat 30% van de zorgkosten kosten zijn voor coördinatie, administratie en dergelijke. Dat moet je terugdringen want je wilt eigenlijk zoveel mogelijk geld inzetten voor de zorg van kinderen. We hebben ook gezegd: we moeten echt terug in het aantal zorgaanbieders, omdat we met al die partijen afzonderlijk allemaal afspraken moeten maken, accountmanagementgesprekken hebben, al dat soort dingen.

Dat moeten straks die instellingen dan gaan doen, die straks samenwerken met dit soort zorgaanbieders? Die moeten ook eisen stellen, en weten met wie ze samenwerken? Dus dan verschuiven toch die kosten voor coördinatie?

Nee want in basis zeggen we: we vallen terug op de basiszorg, de zorg die wij wettelijk moeten verlenen als gemeente. En als GGZ-instellingen het nodig vinden om dit soort zorg nog aan de zijkant van trajecten in te zetten, want dat is het dan, dan kan dat. Maar dat is niet de regel. Wij concentreren ons echt op de basiszorglijn. Wij gaan niet meer samenwerken met dit soort partijen die alleen dit soort zorg leveren.

Hoe gaan die partijen elkaar straks vinden, de instellingen en de andere zorgaanbieders?

Ja dat is de innovatie en de transformatie die moet gaan plaatsvinden. En de zorgen van de vaktherapeuten en de aanbieders van complementaire zorg begrijpen we heel goed. En het is ook goed dat die geluiden ook hoorbaar zijn. Maar de vraag naar dat type zorg blijft echt wel bestaan, alleen moet die op een andere manier gefinancierd worden. We weten ook dat er ouders en gezinnen zijn die alternatieve geneeskunde bijverzekeren. Die vergelijking kun je niet een op een maken, maar je ziet dat mensen voor bepaalde type zorg kiezen en die betalen daar dan ook graag de rekening voor, omdat zij vinden dat dat de weg is die doorlopen moet worden. En dat is dan ook de marktwerking, zoals ouders ook kiezen voor een bepaald type onderwijs. De vraag zal blijven bestaan, daar geloof ik in, alleen wij als gemeente gaan dat niet meer financieren om de simpele reden dat het niet binnen onze wettelijke taak valt en we daar ook geen geld voor krijgen van de overheid.

In de praktijk betekent de situatie per 1 juli dat kinderen die zorg nodig hebben eerst naar GGZ-instellingen moeten, dus bijvoorbeeld in Utrecht of Amersfoort, tenzij hun ouders het anders kunnen betalen.

Nee ook niet. Je moet je voorstellen, ergens heeft een kind een zorgvraag. Die komt binnen bij een huisarts, of bij het sociaal dorpsteam of via school, of combinaties daarvan, of vanuit het gezin zelf. Dan krijg je een startgesprek en dan wordt er met elkaar gekeken - wij noemen dat 'Eén gezin één plan' - naar wat is er aan de hand? Wat gaat er mis als niemand wat doet? En waar moet er dan zorg verleend worden? Daar hebben we bij de huisartsen praktijkondersteuners voor. Daarmee hebben we op dit moment een pilot lopen, en we zijn aan het kijken of we die kunnen verlengen. Mensen kunnen dus spreken met de praktijkondersteuner. Dat zijn professionals die de registraties hebben die nodig zijn voor het verlenen van zorg. Met hen kunnen kinderen en gezinnen gesprekken hebben zonder dat ze direct een zorgtraject in gaan. In sommige gevallen blijkt dat er meer nodig is en dat betekent dat kinderen dan een zorgtraject in gaan afhankelijk van het type zorg dat ze nodig hebben. En dat kan GGZ-hulp zijn, maar ik las in het artikel ook over kinderen die bijvoorbeeld hulp bij rouwverwerking nodig hebben of ik las zelfs van kinderen die zichzelf snijden. Dat is natuurlijk zorg die wij als gemeente gewoon moeten bieden, en die blijven wij bieden.

En waar gaan die dan heen?

Die gaan in een zorgtraject waar de zorg verleend wordt, die zij nodig hebben.

Maar waar dan?

Wij werken voor de zwaardere zorg samen met YEPH, een zorgcombinatie van drie grote instellingen 's Heerenloo, Youké en Pluryn. Die verlenen zorg bijvoorbeeld aan kinderen die zichzelf snijden. Maar er zijn ook GGZ-instellingen waar we mee samenwerken.Zo zijn we op dit moment bezig - ik vergelijk het wel eens met zeg maar de inrichting van een AH en de inrichting van een Jumbo. Je ziet gewoon dat je daar een verschillend productenaanbod hebt. Dat is net zo als met een zorgverzekering voor ons als volwassenen: je hebt basiszorg maar je kan ook extra zorg inkopen en dan betaal je daar extra voor.


En op welke termijn kunnen zij daar terecht?De wachtlijsten in zuid-oost Utrecht zijn echt nog te behappen. Behalve bij de zwaardere jeugdzorg, kinderen waar thuis zorg echt niet meer mogelijk is, daar zie je wel dat het in de keten op het moment vastloopt.

Het voorbeeld van een kind dat zichzelf snijdt, hoe snel zou dat dan ergens terecht kunnen?

Dat zou ik moeten nagaan, vandaag kan het zo lang zijn en morgen kan het zo lang zijn. Dat is helemaal afhankelijk van de doorstroom van kinderen. Wij hebben op dit moment geen signalen dat die wachttijden onacceptabel zouden zijn. En we hebben ook noodplekken voor kinderen via de samenwerking met Yeph. Dus bij de wachtlijsten zit niet het probleem. Het grootste probleem zit op dit moment echt in de financiële middelen die wij vanuit het rijk verstrekt krijgen, die aantoonbaar tekort schieten versus de zorgtaak die er is. En wij proberen aan de ene kant de zorgvraag te normaliseren. De praktijkondersteuners die zijn ingezet om te kijken of er hulp of dat er zorg nodig is? Gezinnen die bij een praktijkondersteuner komen, gaan dus niet meer per definitie een zorgtraject in. En dat is de winst voor beiden overigens, want soms zie je gewoon dat met een aantal gesprekken een gezin gewoon weer op eigen kracht verder kan en dat daar helemaal geen zorgtraject voor nodig is. En daarmee voorkomen we de inzet van GZZ-zorg. We zorgen verder voor een goed preventienetwerk en een goede toegang waarbij je soms dus doorverwezen wordt naar de praktijkondersteuner GGZ of naar basiszorg, misschien soms wel naar een sociale vaardigheidstraining. Daar loopt ook een pilot mee. Maar dingen die wij als gemeente niet verplicht om te doen die gaan we niet meer doen. Wel goed om te zeggen; voor de decentralisatie was dit ook niet het geval.

Die zorgaanbieders bestonden toen toch al?

Ja maar die werden gewoon zelf door gezinnen of anderszins ingezet maar dat werd niet vergoed door het rijk.


Volgens u is er in het verleden misschien ook iets te vaak zorg ingezet waar wellicht alleen hulp nodig was?

Ja. We hebben überhaupt niet genoeg geld voor de zorg en dan moeten we gewoon keuzes maken en dan kiezen wij voor een kwalitatief aanbod binnen de wettelijke kaders, die wij moeten verlenen. En dan zorgen we dat kinderen zorg krijgen die ze nodig hebben en daar rondom heen werken we samen met de praktijkondersteuners, de basiszorg, de Buurtgezinnen, Handje helpen en een preventienetwerk om de hulpvragen af te dekken. We proberen daarbij de overgang zo goed mogelijk te laten verlopen. Het is echt niet zo dat per 1 juli geen zorg meer verleend mag worden. Of dat in een keer kinderen van de ene naar de andere zorgaanbieder over moeten. Daar zijn met de aanbieders overgangsafspraken over gemaakt, maar er gaat ook een moment komen dat een bepaald zorgaanbod gefinancierd door de gemeente gaat stoppen, ook dat is waar.

Er is vanuit de zorgaanbieders in de regio veel kritiek op het aanbestedingstraject voor nieuwe inkoop van jeugdzorg. Men vindt bijvoorbeeld de communicatie over het aanbestedingstraject echt onder de maat.

Wij hebben voor de start van de aanbesteding met zorgaanbieders gesprekken gehad, groot en klein, om te horen wat zij belangrijk vinden en over de kwaliteit van zorg. Op die manier is dat traject voorbereid. We hebben nieuwsbrieven en we hebben vragenrondes gehad. Bij die vragenrondes hebben we wel een beetje last gehad van corona, dat moet ik wel zeggen. Het was daarbij de bedoeling om de mogelijkheid te bieden om mondelinge toelichtingen te geven. Dat is helaas niet gelukt door corona, maar alle vragen die schriftelijk gesteld zijn – en dat zijn er in dit soort aanbestedingstrajecten heel veel - zijn allemaal beantwoord.

Die vragenrondes, of informatieavonden werden vooraf als onontbeerlijk bestempeld maar zijn tot twee keer toe niet doorgegaan. Online was niet mogelijk. En toch is het aanbestedingstraject doorgegaan terwijl zorgaanbieders niet voldoende informatie hadden, zeggen zij zelf.

Ik kan alleen maar zeggen hoe wij die aanbesteding doorlopen hebben. Het heeft de mensen echt vrij gestaan om vragen te stellen en die zijn ook allemaal beantwoord. Dat is wat ik daar tegenover kan zetten. Dat dit verschillend ervaren worden begrijp ik aan een kant ook wel, want ik kan me ook voorstellen dat dit voor een zzp'er die zo'n traject in moet, ook best wel een ingewikkelde opgave is. Er zijn ook adviesbureaus die je daarbij kunnen helpen.


We wilden een hogere kwaliteit zorg voor onze kinderen, dus dat betekent ook dat we daar hogere kwaliteitseisen hebben gesteld dan in het voorgaande traject ingezet is. Daar zijn we strenger in, we zijn strenger aan de poort geworden en we hebben keuzes gemaakt. De wettelijk vereiste zorg kopen we met deze inkoop in en en we proberen hiermee de coördinatiekosten terug te dringen omdat het uiteindelijk ook gaat leiden tot minder partijen.

De nieuwe gunningsdatum zou 31 maart zijn. Weet u ook waarom er niet eerder is gegund?

Het traject is een aantal keren vertraagd. We hebben extra tijd genomen voor de beantwoording van de schriftelijke vragen, toen het organiseren van bijeenkomsten door corona lukte. We hebben echt een vertraging opgelopen ten gevolge van corona.

Er is ook sprake van een grote mate van gekrenktheid bij de aanbieders. Zij vragen zich af, waarom zij als kinder- en jeugdtherapeuten met al hun opleidingen, accreditaties, jaarlijkse bijscholingen en intervisies niet voldoen? Bij sommige praktijken lopen de kosten voor verklaringen, verantwoordingen en kwaliteitscontroles jaarlijks op tot vele tienduizenden euro’s. ‘We hebben jarenlang dag en nacht klaargestaan voor de kinderen en de gemeente’ zeggen deze zorgaanbieders, en nu ineens zijn we niet goed genoeg meer.' Dat is samengevat het gevoel dat onder hen leeft.

Ja, zaken als vaktherapie en complementaire zorg kopen wij niet meer in als gemeente. Ik begrijp echt wat dat doet met bepaalde zorgaannemers, maar dat kan ik helaas niet wegnemen.

Gaan de zorgkosten met de in de aanbesteding gestelde hogere kwaliteitseisen dan omlaag? GZ-psychologen en orthopedisch generalisten bijvoorbeeld hebben een hoger uurtarief en daarvan wordt zo'n 50% indirect besteed. Dat gaat naar zaken als onderzoek, verslaglegging, coördinatiekosten. En bij vrijgevestigde aanbieders ligt dat volgens eigen zeggen op 10 tot 20% indirect. Dus dan lijkt het erop dat de zorg duurder wordt en er minder echte contacttijd is voor kinderen.

Daar heb ik het niet over. Ik heb gezegd dat we ruim 350 zorgaanbieders hebben waar we allemaal afzonderlijk afspraken mee moeten maken. Daar zijn wij ook kosten aan kwijt en die willen wij verminderen.

U denkt dat de kwaliteit met deze aanbesteding beter wordt. De jeugdzorg is gebaat bij deze aanbesteding en u denkt ook dat het goed gaat komen met de continuïteit?

Ja.

En u heeft er vertrouwen in dat men elkaar na 1 juli in de jeugdzorg blijft vinden, ook al is het via een andere weg?

We blijven zorg leveren die we moeten leveren, die zal ook met een hogere kwaliteit geleverd gaan worden, want daar hebben we op ingezet. En met minder coördinatie- en administratiekosten.

Afbeelding
Afbeelding
4955515_bk16stjeugdzorg.jpg