Oud-dienstplichtige John Kroes: ,,Ik hebt het tijdens mijn diensttijd enorm naar mijn zin gehad.”
Oud-dienstplichtige John Kroes: ,,Ik hebt het tijdens mijn diensttijd enorm naar mijn zin gehad.” John de Vries

Expositie over militaire dienstplicht

26 oktober 2020 om 20:36

'Diensttijd maakte me volwassener en zelfstandiger'

DRIEBERGEN Museum Militaire Traditie in Driebergen heeft aan zijn vaste collectie een interessante expositie over de Militaire Dienstplicht toegevoegd. Veel mensen denken, dat de militaire dienstplicht niet meer bestaat. Toch klopt dat niet. Jongens van 18 jaar en ouder hoeven zich niet meer in een militair uniform te hijsen om zich gemiddeld anderhalf jaar van hun jonge leven in dienst te stellen van Zijne Majesteit, want Nederland heeft sinds 1997 een beroepsleger.


John de Vries

Maar afgeschaft is de dienstplicht absoluut niet. Zij is opgeschort. En daarom ontvangt iedere jongere rond zijn of haar achttiende verjaardag een brief van de overheid met een belangrijke mededeling. Als het land in gevaar is, word je voor vervulling van de dienstplicht opgeroepen. Vroeger was er alleen voor de jongens een opkomstplicht, maar In het kader van de emancipatie mogen natuurlijk nu ook meiden hun steentje bijdragen.


ONTSTAAN Hoe is de dienstplicht in het verleden eigenlijk ontstaan? Kort gezegd: uit een behoefte van machthebbers aan uitbreiding van hun beroepsleger. De oorlogszuchtige Franse keizer Napoleon voerde in het begin van de negentiende eeuw al een conscriptie in, een opgelegde dienstplicht. En niet alleen in Frankrijk, maar ook in de door de kleine keizer bezette landen. Vanaf 1810 kende daarom ook Nederland een dergelijk dienstplichtsysteem. Niet iedereen hoefde toen overigens in militaire dienst. Vóór de keuring kon iemand nog vrij loten door een nummer te trekken uit een loterijtrommel. Als er 'vrij' op het lot stond, mocht hij naar huis. Vermogende jongeren konden, als zij ingeloot en goedgekeurd waren, hun dienstplicht ook laten vervullen door een arme sloeber die zij geld betaalden. Dit remplacantenstelsel heeft in Nederland tot rond 1870 bestaan.


BELANGSTELLING In Nederland was de belangstelling om beroepsmilitair te worden altijd zeer gering. Het militaire metier verdiende niet best en de werkomstandigheden waren slecht. Oorlog voeren deed het neutrale Nederland sinds de Tiendaagse Veldtocht in 1831 niet meer, dus was het ook nog een 'saai' beroep, dat zich voornamelijk in de kazernes en op exercitieterreinen afspeelde. Het gebrek aan traditie van een in oorlogsomstandigheden geoefend en ervaren beroepskader brak het Nederlandse leger in de meidagen van 1940 overigens bitter op. Tel daarbij op, dat dit in oorlog voeren ongeoefende kader toen leiding moest geven aan door jarenlange bezuinigingen minstens zo ongeoefende dienstplichtigen, en de catastrofe was onvermijdelijk.

Na de Tweede Wereldoorlog tijdens de Koude Oorlog bouwde Nederland als lid van de NAVO stelselmatig aan een deels beroeps-, deels dienstplichtigenleger, dat op zijn hoogtepunt ruim 200.000 soldaten telde, met één divisie altijd paraat.


ERVARINGSVERHALEN Hoe was het om als dienstplichtige deel uit te maken van dit leger? John Kroes, vrijwilliger in Museum Militaire Traditie, moest na zijn (goed)keuring in 1959 voor de eerste oefening naar de Willem II-kazerne In Tilburg: ,,Het was hartje winter. Het vroor dat het kraakte. Je sliep in een houten barak met een potkachel. Dan ging je op nachtoefening. Met ijzeren discipline en cognac van de luitenant redde je het wel.” Na zijn basisopleiding kwam Kroes bij het Regiment Aan- en afvoertroepen terecht. Hij bracht het tot dienstplichtig sergeant bij het zware materieel (10-tonners): ,,Een moordbaan. Zware transporten plannen, overleg met pelotons, leiding geven, contact onderhouden met het hoofdkwartier in Den Haag en …. veel studeren. Die ruimte had ik en daar heb ik in mijn latere beroepsleven veel plezier van gehad.”

Vrijwilliger Koos Koster denkt er net zo over: ,,Mijn diensttijd heeft me zelfstandiger en volwassener gemaakt.” Hij kwam in augustus 1958 op. Na een ,,pittige, zware basisopleiding” werd hij in Vught, later in Den Bosch, chauffeur op een drietonner bij de staf en stafgroep van de Genie. Hij heeft het grootste deel van zijn diensttijd administratief werk gedaan: ,,Gevechtsorders uittikken.” Hij had het op kantoor enorm naar zijn zin. Zijn dienstplicht omvatte uiteindelijk 20 maanden: ,,Ik moest vanwege de Cubacrisis een tijdje langer paraat blijven.”

Zowel Kroes als Koster zijn voorstander van herinvoering van de dienstplicht. Koster: ,,Al was het maar een civiele dienstplicht voor jongens en meisjes.”

Arie Willems, dienstweigeraar, kijkt daar volledig anders tegenaan. Hij speelde, goedgekeurd, tijdens de basisopleiding de gek en wist de keuringsartsen er uiteindelijk van te overtuigen, dat hij geestelijk totaal ongeschikt was voor de militaire dienst: ,,Ze hebben me met een S5-kwalificatie (geestelijk instabiel) de laan uit gestuurd. Ik vond vervulling van de dienstplicht zonde van mijn tijd en ik had de pest aan de hiërarchie in het leger.”


INFORMATIE Meer informatie over de militaire dienstplicht in Museum Militaire Traditie, Van Rijckevorselstraat 2, Driebergen. Coronaproof open woensdag van 09.00 tot 17.00 uur en op zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur.