Het Seminariegebouw vanuit de lucht gezien.
Het Seminariegebouw vanuit de lucht gezien. Archief J. Holwerda

[Groot Seminarie] was van invloed op Heuvelrug

17 juni 2020 om 09:25

De geschiedenis van het Groot Seminarie in Driebergen begint feitelijk als in 1948 de nieuwe grondwet van Johan Rudolph Thorbecke wordt aangenomen. Naast een aantal politieke beslissingen die werden vastgelegd (en waar we nog altijd mee te maken hebben) werd ook de vrijheid van godsdienst in Nederland ingevoerd. Voor die tijd was het in Nederland niet mogelijk om elke religie aan te hangen.

Het katholieke geloof, bijvoorbeeld, werd wel door middel van bijeenkomsten uitgedragen, maar deze bijeenkomsten werden op geheime locaties georganiseerd. Dit gebeurde in zogenoemde Schuilkerken. Eén van deze locaties was de zolder van een bijgebouw het landhuis Sparrendaal.

Toen de vrijheid van godsdienst eenmaal werd ingevoerd en iedereen openlijk voor zijn of haar geloof mocht uitkomen werd er vanuit Rome, waar het katholieke centrum van de wereld zich toen al bevond, direct actie ondernomen. Joannes Zwijsen werd benoemd tot aartsbisschop van Utrecht en bisschop van ’s Hertogenbosch. Kort na zijn aanstelling besloot hij in 1854 het landgoed Sparrendaal te kopen met de bedoeling er een priesteropleiding te organiseren. Het oorspronkelijke plan om het landhuis uit te breiden kon overboord toen een inzameling onder de bevolking het toen reusachtige bedrag van honderdduizend gulden opbracht. Besloten werd tot de bouw op een geheel nieuwe locatie. Hiervoor werd de architect H.J van den Brink ingehuurd. Binnen twee jaar was het gebouw klaar en kon het in 1857 door Mgr. Zwijsen worden ingezegend met een heilige mis. Dit gebeurde in de kapel die vanaf de openbare weg niet zichtbaar was. Landgoed Sparrendaal werd op de Heuvelrug bekend als het bisschoppelijk buitenpaleis.


De opening van het Groot Seminarie zorgde voor veel ontwikkelingen in Driebergen en Rijsenburg. Op het Kerkplein in Rijsenburg ontstond bedrijvigheid doordat studenten aan het Groot Seminarie hun studiespullen er wilden aanschaffen. Winkelier Van Arnhem verkocht vulpennen en priesterkleding en deed zo goede zaken. Wie vermoedelijk ook zijn pennen op het Kerkplein kocht was Herman Schaepman. Hij zou later uitgroeiend tot één van de meest bekende leerlingen van het Groot Seminarie, toen hij als eerste priester toe zou treden tot de Tweede Kamer. Zijn strijdkreet was ‘Credo Pugno’ (Ik Geloof, Ik Strijd).

Vijf jaar na zijn dood in Rome, werd Schaepman in 1908 geëerd met het monument dat ook nu nog te bezichtigen is. Dit monument is ontworpen door Pierre Cuijpers. Hij ontwierp ook het bekende kasteel Haarzuilens, het Rijksmusum en het Centraal Station van Amsterdam.

Op het terrein waren meerdere katholieke symbolen te vinden. Langs de toegangsweg naar het hoofdgebouw stond een kapelletje, met daarin een beeld van Petrus en in de bossen werd een Lourdesgrot gebouwd waarin een Mariabeeld werd geplaatst.


Tot 1968 was het Groot Seminarie een Katholieke opleidingsplek, maar na sluiting kwam het gebouw leeg te staan. Na een kraakactie om aandacht te vragen voor de woningnood raakt het pand in verval. De kapel, waarachter een klein kerkhof was waar ook zes Duitse soldaten uit de Tweede Wereldoorlog lagen begraven, werd door de bevolking gestript. Oude foto’s bieden een trieste aanblik van een kapel die is ontdaan van alle pracht en praal. Zelfs de houten kerkbanken werden gesloopt en door mensen mee naar huis genomen. Het Mariabeeld uit de Lourdesgrot werd ontvreemd. Maar het ging nog verder toen eind jaren 70 de treinkapingen door gewapende Zuid-Molukkers in ons land plaatsvonden. Bij Wijster (1975) en De Punt (1977) werden treinen gekaapt om hun eisen, overheidssteun bij de oprichting van een vrije staat, kracht bij te zetten. De Mariniers uit het nabijgelegen Doorn kozen het leegstaande gebouw uit als oefenterrein en diverse handgranaten gingen naar binnen toen men zich wilde voorbereiden op het bestormen van een trein.

De restanten werden een verwilderde plek die door kinderen werd gebruikt als speelplaats. In de kapel ontstond het ideale verblijf voor vleermuizen. Maar weinig Driebergenaren weten dat het deels afgebroken gebouw ook is gebruikt als filmdecor toen regisseur Jos Stelling begin jaren 80 een locatie zocht voor zijn film ‘De Illusionist’ met onder anderen de cabaretier Freek de Jonge in de hoofdrol. Dit was meteen één van de laatste wapenfeiten van het Groot Seminarie, want in 1984 werd het gebouw na een lange discussie afgebroken. Het aartsbisschoppelijke wapen en een gedenksteen uit de voorgevel van het hoofdgebouw zijn aangebracht aan de achterzijde van de Sint Petrus’ banden kerk in Rijsenburg.

Op de plaats waar ooit priesters werden voorbereid op hun taak, is anno 2020 een appartementencomplex. Wat nog rest zijn het monument voor Schaepman aan de Hoofstraat en de, in 2016, compleet gerenoveerde Lourdesgrot op het terrein. Sindsdien staat op deze plek een kopie van het Mariabeeld uit Lourdes. Deze grot en het Schaepmanmonument wekken nog de herinnering op aan een periode waarin het Katholicisme grote invloed had op het dagelijks leven op de Utrechtse Heuvelrug.


Meer informatie via: www.credopugno.nl.

Winkelier Van Arnhem deed goede zaken.