Zuylestein in vogelvlucht, ets van Daniel Stopendaal.
Zuylestein in vogelvlucht, ets van Daniel Stopendaal. Daniel Stopendaal

Landgoed [Zuylestein] (90)

12 april 2019 om 11:19

Het oorspronkelijke huis wordt al genoemd in de 14e eeuw als bisschoppelijk leen van Wouter van Zuylen. Zo werd in 1383 het bezit beschreven als: ''t Huys mit sijnre hofstede, dat geheten is Sulensteyne, dat gheleghen is in den kerspel van Ameronghen ten Nederencge.' Dit huis was waarschijnlijk de kern van de latere aanleg van het kasteel. Tot in de 16e eeuw was het geslacht van Zuylen, ook wel van Zuylen van Natewisch, heer en meester op het kasteel en bijbehorende gronden. Toen ging het bezit over naar van Bevervoorde. Uiteindelijk werd het goed in 1549 bezit van maarschalk ridder Ernst van Nijenrode. Hij liet het kasteel verbouwen tot jachtslot. Ook werd het door de Staten van Utrecht als ridderhofstad erkend.

RELATIE MET KASTEEL AMERONGEN Geertruid van Nijenrode was getrouwd met Goert van Reede van Saesveld, die ook heer van Amerongen en Nederhorst den Berg was. Toen Geertruid het leengoed Zuylestein erfde kwam het bezit in handen van de Van Reede's. Dat er in die tijd ook al een hoop gesteggel kon zijn met erfenissen blijkt uit de toestand die ontstond toen dochter Aleid het goed verkocht terwijl het al bij testamentaire beschikking toebehoorde aan haar broer Frederik, die op dat moment op Kasteel Amerongen woonde.

Aan het geruzie kwam pas een einde toen Stadhouder Frederik Hendrik van Oranje-Nassau zich persoonlijk met de kwestie ging bemoeien en het kasteel met omliggende gronden en titels in 1630 kocht. De band tussen de Van Reede's en de Van Nassau's was en bleef door de eeuwen hecht door diverse huwelijken. Zo bleef er ook eeuwenlang een band tussen de beide kastelen. Deze band werd weer bevestigd in het huwelijk dat Henriëtte van Nassau Zuylestein sloot met Frederik Christiaan van Reede tweede graaf van Athlone. Zij gingen in 1719 op Kasteel Amerongen wonen.

JACHTSLOT VOOR FREDERIK HENDRIK In de 17e eeuw werd van Zuylestein een monumentaal kasteel annex buitenplaats gemaakt. Voor die tijd niet zo gebruikelijk. De mode was om statige landhuizen in classicistische trant te bouwen. Bijvoorbeeld zoals Kasteel Amerongen herbouwd werd na diens verwoesting in 1672. Zuylestein kreeg een voorburcht, poortgebouw, vier duiventorens en stallen. De tuinaanleg was geometrisch met perken, bossen en lanen. Het gebied rond het kasteel was uitstekend voor de jacht. De jachtpartijen op het kasteel zullen dan ook talrijk zijn geweest.

RENAISSANCE-PRODUCTIETUIN De inrichting van het park en de ommuurde tuin was geïnspireerd op de Franse tuinen. Een tuin om te flaneren, maar wel zo Hollands dat er ook over de opbrengsten was nagedacht. Het deel siertuin was vrij beperkt, maar het deel moestuin, boomgaard en 'productietuin' heel omvangrijk. Dat is op de prachtige vogelvlucht kaart van Daniël Stopendaal uit 1710 goed te zien. Alles rond het kasteel was zo ingericht dat er optimaal gebruik gemaakt werd van de grond: enorme boomgaarden, vijf vijvers -omdat karperteelt in vijf stadia gebeurt-, weiden met bomen om het vee van schaduwplekken te voorzien, akkers, enzovoorts. Zuylestein was voedselproducent voor de huizen van de familie in het westen des lands, zo blijkt uit de archieven. Waarom zou anders voor meer dan tweehonderd personen geproduceerd worden?

ZUYLESTEIN EN AMERONGEN Jemima de Brauwere, eigenaar van Landgoed Zuylestein: ,,Dat de tuinen van Zuylestein in de 18e en 19e eeuw niet zijn aangepast aan de toenmalige mode komt, doordat het goed meest van tijd leeg stond of verhuurd werd. Men nam niet de moeite om aanpassingen te doen."

In april 1897 was het volgende te lezen in het Algemeen Handelsblad: 'Amerongen, 10 april. De rechten en titels van de heerlijkheid Zuylestein en aanhoorigheden zijn in eigendom overgegaan op G.J. G. C. graaf van Aldenburg Bentinck van Amerongen, en wel bij testamentaire beschikking van de op 8 januari te Rugby in Engeland overleden vrouwe Elisabeth Villiers- gravin Van Reede Ginkel, laatst overgeblevene uit het geslacht der graven Van Reede Ginkel, dat ruim 3 ½ eeuw zeer nauw met onze gemeente was vervlochten.' Frederik Hendrik had namelijk bepaald dat Zuylestein altijd in handen moest blijven van zijn afstammelingen. En die wens bleef op deze manier gewaarborgd.

CIRCULAIR LANDGOEDBEHEER In 1945, aan het eind van WO II, is het kasteel Zuylestein helaas, na zoveel eeuwen, slachtoffer geworden van een bombardement. Het kasteel heeft tot 1953 er als ruïne bijgestaan.

Jemima de Brauwere: ,,Mijn moeder, gravin van Aldenburg Bentinck, echtgenote van G.L.A. de Brauwere dit De Steelant, wilde heel graag dat Zuylestein weer een hart kreeg. Ik weet nog dat de tuin binnen de muren één grote kerstbomenkwekerij was. De wens van mijn moeder ging begin jaren '80 in vervulling. Er is een nieuw huis gebouwd. Vanaf 2012 zijn de vrijwilligers en ik heel hard aan de slag om van dit landgoed weer een voedselproducerend en circulair landgoed te maken. De historische moestuin is weer helemaal hersteld, zo ook de zichtlijn in de tuin. Sinds kort hebben we ook varkens als hulp bij het bosbeheer. Er moet nog wel veel werk verzet worden. Maar het gaat lukken. Als er mensen zijn die ons willen helpen om Zuylestein nog mooier te maken: van harte welkom."

[Bronnen en beeldmateriaal: E. J. Demoed: In een lieflijk landschap (Zaltbommel 1974); C. L. van Groningen: De Stichtse Lustwarande. Buitens in het groen (Zwolle, 1999); H. Lägers en M. Prins-Schimmel: Leersum, geschiedenis en architectuur (Zeist 2000); Verschillende artikelen uit: Algemeen Handelsblad, De Kaap, Het Nieuws, Het Nieuws van de Dag, NRC, Stichtse Courant, Trouw en een artikel over Zuylestein in de Hollands Glorie van juni 2018; Rijksmuseum: Studio Rijksmuseum o.a. kaart van Daniël Stopendaal uit 1710; https://www.landgoed-zuylestein.nl. Met dank aan Jemima de Brauwere, Hans Hermans en Cees Keur.

Kasteel Zuylestein noordgevel in 1940.
Kasteel Zuylestein.
Algemeen Handelsblad, 23-11-1907.
Tuin en poortgebouw Zuylestein.
Kasteel Zuylestein noordgevel in 1945.