Heuvelrug natuurlijk: Tafelen over de Tafeleend

29 december 2011 om 00:00 Cultuur

Tafeleenden overwinteren in ons land in grote aantallen. Een deel is ook standvogel. Ze verblijven het liefst in ondiepe plassen met rijke oevervegetatie. Dat maakt de Amerongse Bovenpolder met de nieuw aangelengde plasdras gebiedjes tot een goede biotoop.

Roodkop

In de rossige volle kop van het woerdje op de foto valt het vuurrode oog op. De grote snavel met de roetzwarte punt lijkt op die van een slobeend. Het grijze verenkleed, dat naar achteren donkerder wordt, is vergelijkbaar gestoffeerd als dat van een krakeend. Al met al is de tafeleend een van de mooiere eenden. Qua formaat is de tafeleend met circa 45-48 centimeter iets kleiner dan de ‘gewone’ wilde. De stevige nek en het rolronde lijf kenmerken de duikeend. Duikeenden zoeken hun voedsel van waterplanten en slakjes onder water. Verder is hun diepe ligging in het water kenmerkend.

Wildbraad

Tafeleenden vertonen zich meestal in kleine groepjes. In open wateren zien je ze soms naast massa’s kuifeenden. Wanneer ik ‘vogelanalfabeten’ beide soorten in één adem noem wordt er steevast geginnegapt. Waar dan de tafel was, dan wel hoe ze worden opgediend? Feit is wel dat de meest genoemde Nederlandse betekenis verwijst naar het goede wildbraad, dat de eend levert. Onder de Jachtwet (tot 2002) waren de meeste eenden bejaagbaar en waren de verschillen in smakelijkheid al aan de borreltafel onderwerp van gesprek.

De wetenschappelijke naam Aythya ferina betekent eveneens eend als wildbraad. In het Duits is het Tafelente. In het Frans pochard en dat is bijzonder, want pochard betekent dronkaard. Met als synoniem ‘sac à vin’ ; de verklaring hiervan loopt via poche (= zak). De vorm van het lichaam zonder de kop moet men zich dan veronderstellen als een grijze zak al of niet met tuit, waaruit de wijn in de wijdopen mond naar binnen geslobberd kan worden.

Niet alleen heeft de rooodbruine kop geleid tot de volksnaam roodkop of roskop, maar ook de vorm van de kop heeft de tafeleend de streeknaam knobeend opgeleverd. Wel verwarrend, want ook de brilduiker wordt knobeend genoemd. Nog meer verwarring met het Friese Readkop. Daarmee is eveneens een eend met een volle hoge kop bedoeld, in dit geval de krooneend. Diens kop lijkt gekroond met een rossige kuif. Deze kleurrijke watervogel is in gekweekte staat nog wel eens te bewonderen in siervijvers.

Een paartje tafeleenden vormt zich doorgaans (Vogelatlas 2009) al in de winter. Het eendje maakt een met dons gevoerd nest van rietstengels in een ondiep kuiltje langs de waterkant. Ook worden oude nesten in rietkragen van meerkoet, waterhoen en dergelijke opnieuw ingericht. Al na de paring houdt het mannetje het voor gezien. Het eendje broedt de acht tot tien eieren in ruim drie weken uit. De jongen verlaten het nest snel om op eigen kracht te gaan fourageren. Met zeven weken oud zijn de jonkies vliegvlug en wordt de familieband verbroken.

Tekst: Kees de Kroon

Foto: Paul Dirksen

advertentie
advertentie