Heuvelrug Natuurlijk: De Pinksterbloem als lentebode?

21 april 2011 om 00:00 Cultuur

HEUVELRUG - Op de scheiding van maart en april bloeiden al pinksterbloemen. Eigenlijk loopt de bloeitijd alleen dan met Pinksteren samen als die dagen vroeg vallen en het voorjaar koud is. De afgelopen winter was lang en koud en eerste Pinksterdag dit jaar is heel laat (13 juni). Dat de lichtpaarse bloem de lage weiden nu al kleurt komt misschien ook door de alom bediscussieerde klimaatopwarming. Naast de algemeen vroege dotterbloem zou je dan de pinksterbloem eveneens een lentebode kunnen noemen. De natuur in verwarring?

Pinksterblom

De pinksterbloem heeft met het madeliefje in dorpen op het platteland een folkloristische waarde opgebouwd. In de tijd dat jonge meisjes elkaars poëzie-albums volschreven is menig weidebloempje tussen de bladzijden geperst. Ze verleppen snel, maar de bloemtrosjes blijven gedroogd wel herkenbaar. Van Dale omschrijft pinksterblom als: ‘de met bloemen en sieraden getooide pinksterbruid die op Pinksteren wordt rondgedragen en rondgeleid, waarbij wordt gezongen en geld ingezameld’. En verder ‘het is een pinksterbloem van een meid’: ze ziet er gezond en blozend uit. Onze gemeente kent een vergelijkbare folkloristische traditie met de Leersumse bloemenkoningin. Onlangs is ze weer ververst.

Van vogels afgeleid?

Uit mijn jeugd herinner ik me dat Cardamine pratensis hele weilanden paars kleurde. Ook het uitbundige geel van de paardebloem zie je nauwelijks meer.

De intensivering van de landbouw heeft veel weidebloemen teruggedrongen naar de slootkanten. ‘Pratensis’ betekent op weide groeiend en ‘Cardamine’ staat voor het Griekse ‘kardamon’ of ook wel ‘kardia’. Kardamon is een waterkerssoort met een hoog vitamine C-gehalte en kardia betekent hart-temperend, dus een kruid dat bij hartkwalen zou kunnen worden aangewend om de pijn te verzachten.

Opmerkelijk zijn de volksnamen, die verwant zijn aan vogels die in de lente uit warme streken terugkeren. De meest bekende voor de pinksterbloem is koekoeksbloem. De koekoek keert laat terug, maar met Pinksteren zijn is zijn verdragende roep meestal wel te horen. Zeker wanneer Pinksteren in juni valt, want:

‘ In mei leggen alle vogels een ei,

maar niet de koekoek en de griet,

die leggen in de meimaand niet’.

De griet of griel is een grote plevier, die uit Nederland is verdwenen; teruggedrongen is naar zuidelijker landen.

In Groningen bestaat de benaming ‘Aiberbloem’ (naar eiber, uiver of ooievaar). Voordat de ooievaars in Nederland uit het florerende fokstation (Liesveld) kwamen was de wederkomst van de ooievaar uit een warm zuidelijk wintergebied een lentebode bij uitstek.

In de vele kapellekens langs ‘s-Heerenwegen in Brabant en Limburg deden verse pinksterbloempjes in jampotjes het vroeger in de meimaand altijd goed. Vandaar volksnamen als ‘Lievevrouweken’en ‘Lieveherehandje’. De meimaand gold traditioneel als Mariamaand, de maand waarin in het overwegend katholieke zuiden hun buitenprocessies naar een kruisbeeld of kapel op het platteland leidde.

Tekst en foto: Kees de Kroon

advertentie
advertentie