Heuvelrug Natuurlijk: De smakelijke telgen van Wilde Cichorei

9 september 2010 om 00:00 Cultuur

HEUVELRUG - Blauwe wilde bloemensoorten zijn er maar weinig en dan vallen ze snel op. Zeker een plant als de wilde cichorei trekt aandacht, daar die van juni tot oktober rijkelijk langs fietspaden en wegen tiert. Taai als ze zijn schuwen ze de harde ondergrond van bermen, spoordijken en steenslag niet.

In de Griekse naam Cychorium intybus betekent ‘kio’ ik ga en ‘chorion’ veld, dus ‘ik ga van het veld af’; anders dan de blauwe korenbloem, die wel op de graanakker is gebleven.

In een wilde bloemengids vond ik nog andijvie als verwante soort vernoemd. De bladstengels van de wilde cichorei vertonen overeenkomst met de groentesoort andijvie. Andijvie werd al door Grieken en Romeinen in wilde vorm gegeten. De wilde cichorei is ook de voorouder van witlof. Deze gekweekte vorm heeft een grotere en dikkere wortel en ook veel bredere bladeren dan de wilde vorm. Om het witgele lof (van loof= gebladerte) te verkrijgen wordt alle zonlicht vermeden door de plant onder de grond te kweken. Witlof is na de eerste wereldoorlog in ons land in gebruik gekomen. De groente werd voor het eerst ingevoerd uit België; toen is waarschijnlijk de benaming Brussels lof ontstaan.

De bitter smakende wortel van de cichorei heeft tot volksnamen als ‘bitterpeen’ en ‘bittere peeënsla’ geleid. Vanwege de hoge prijs van koffie ontstond einde achttiende eeuw het surrogaat ‘peekoffie’: geroosterde, gemalen cichoreiwortel. Tot na de tweede wereldoorlog is dit goedje van koffiegruis bekend gebleven. Mijn moeder schudde een paar tipjes ‘Buisman’ in de koffiekan om de smaak van de koffie te verbeteren. Het blauwe busje Buisman bestaat nog. Vroeger haalde de kwaliteit van de koffiesoorten het op geen stukken na bij wat tegenwoordig ons onmisbaar bakkie aan smaak moet inhouden. Koffie is bij uitstek een smaakgevoelig product. Herinner me nog, dat gemorste Buisman al gauw plakkerig werd als er een beetje water bij kwam.

Het naamdeel intybus wil men verklaren uit tubus, koker, vanwege de taaie, holle stengel. In de loop der eeuwen zijn meer benamingen gekoppeld aan de aansprekende bloem zelve. Bijvoorbeeld Sonnewende. Solsequiem komt van solem sequi: de zon volgen. Net als een zonnebloem staat de geopende bloem naar de zon gericht. Bij donker of regenachtig weer sluiten de bloemen zich weer. Een andere middeleeuwse naam is ‘wegenwachter’. Alhoewel het begrip ‘weg’ toen hoogstens een karrenspoor was, voerde de wilde cichorei naast het lange, lange voetpad tot bespiegelingen, die uitgroeiden tot overleveringen des levens. ‘Wegenwachter’, ‘Wegewarte’ of ‘Verwenste Juffer’ gaat in deze landen om de sage van een meisje, dat haar verloofde ontrouw werd en tot lering veranderde in de wilde cichorei. Dat als voorbeeld van gevallen ontrouwe meisjes, die hun levensdagen langs de weg moeten slijten.

De Wolff (z.j.) zei het als volgt:

De zomer komt en de zomer gaat

De herfstwind over de heide waait,

Het bloemlijn wacht aan den wege,

Wegewachter, wegewachter.

Tekst en foto: Kees de Kroon

advertentie
advertentie