Bougies: zo werken ze en zo vervang je ze

De bougie ontsteekt het lucht/brandstofmengsel in de motor. Voor het bewerkstelligen van de ontsteking bij het starten creëert de bougie in letterlijke zin een kunstmatige bliksemschicht in de verbrandingsruimte (cilinderkop) van de motor. Om deze vonk te genereren, wordt extreem hoge spanning overgedragen.

De bougie ontvangt spanning van de bobine. Tijdens de overdracht ontstaat een spanningsverschil tussen de middenelektrode en aardelektrode op de bougie. Deze zitten op een gedefinieerde afstand van elkaar. Als gevolg van deze “elektrodenafstand” in combinatie met het lucht/brandstofmengsel, dat binnen in de afstand optreedt als een isolator, kan de bougie niet onmiddellijk vonken. Pas wanneer de spanning stijgt tot ongeveer 20.000 V, wordt de afstand overbrugd en ontstaat een felle vonk.

Warmtegraad

De vaardigheid van een bougie voor overbrenging van de vonk op de cilinderkop wordt gedefinieerd door zijn warmtegraad. De temperatuur van de elektrode van de bougie moet hoog genoeg zijn om vervuiling te voorkomen, doch laag genoeg om vroegtijdige ontsteking te vermijden. Koude bougies hebben een korte warmtestroom. Dit resulteert in een snelle warmteoverdracht. Bovendien heeft de korte isolatorneus op de koude bougie een klein oppervlak, die niet veel hitte kan absorberen. Warme bougies hebben een langere isolatorneus en dus ook een langere warmteoverdracht.

De warmtegraad van de bougie moet zorgvuldig worden gekozen. Wanneer de warmtegraad niet correct is, kun je ernstige problemen verwachten. De juiste temperatuur voor de elektrode is ongeveer 900-1.450 graden. Onder 900 graden treedt koolstofvervuiling op. Ligt de temperatuur er te ver boven, wordt oververhitting een probleem.

De keuze van de warmtegraad van de bougie is afhankelijk van het gebruik: Met koude bougies voorkom je vroegtijdige ontsteking. Dit is belangrijk wanneer een hoog vermogen vereist is, zoals bij racen of vervoer van zware lading. Warme bougies gaan vervuiling van de elektrode tegen, en komen het beste van pas bij auto’s die veel voor korte ritten worden gebruikt, of in andere omstandigheden waarin de verbrandingsruimte vaak niet de optimale operationele temperatuur bereikt.

Inspecteren en vervangen

Vonken, hoge spanning: ook bougies hebben niet het eeuwige leven. Een voorgeschreven vervangingsinterval voor bougies is er echter niet. Fabrikanten geven meestal een bepaald gereden aantal kilometers aan. Inspectie en vervanging van je bougies kun je in je eigen garage doorvoeren. Je hebt de volgende gereedschappen nodig:

• ring-/ steeksleutel
• momentsleutel evt. met bougiedoppen
• elektrodevoelermaat
• schone doeken of papieren handdoeken

Bougies verwijderen

Ontkoppel de minpool van de accu en verwijder afdekkingen, indien nodig. Reinig het gebied rondom de bougies grondig. Verwijder vervolgens de bougiekappen met kabels een voor een. Belangrijk: Markeer welke kabel bij welke bougie hoort voor aansluiting in exact dezelfde volgorde. Schroef de bougies eruit.

Inspecteren van de bougies

Alle bougies zullen zwart of bruin verkleurd zijn als onderdeel van normale slijtage. Inspecteer op koolstofafzettingen, olie of brandstof. Wanneer je deze aantreft, vragen de eventuele achterliggende oorzaken om verdere diagnose.

Check de middenelektrode. Heeft deze nog de correcte vorm, hoeft de bougie wellicht niet vervangen te worden. Is de bougie nog relatief nieuw en wil je hem behouden, check hem met de elektrodevoelermaat. Raadpleeg de handleiding voor de van toepassing zijnde elektrodenafstand en stel deze bij door er zachtjes mee op het motorblok te kloppen.

Reinig de bougie door hem licht te borstelen, sproei er remmenreiniger op en droog hem af.

Zien de bougies er te verkleurd uit of zijn ze te oud, vervang ze door nieuwe. NB: Oude bougies zijn geen regulier vuilnis en moeten bij het recyclagebedrijf of sloperij worden ingeleverd.

Installeren van nieuwe bougies

De meeste moderne bougies hebben een vooraf ingestelde elektrodenafstand. Het kan nooit kwaad om deze extra te checken met de voelermaat en eventueel bij te stellen. Schroef de nieuwe bougies handmatig in het bijbehorende bougiegat. Wees voorzichtig: draai de bougie er losjes in en haal hem daarna met de momentsleutel aan met het door de fabrikant aangegeven koppel. Verbind de juiste bougiekap met de juiste bougiekabel. DENK OM DE VOLGORDE! Sluit de accu weer aan. Start de motor. Als deze direct aanslaat en rond draait, is de operatie geslaagd!

Tot slot

Aangezien dit onderhoud niet erg moeilijk is, bevelen wij regelmatige inspectie van de bougies aan. Wacht niet tot de motor gaat stotteren of erger nog: de auto niet meer start.

Info:
https://www.onderdelenshop24.com/bougies
https://nl.wikihow.com/Bougies-vervangen-bij-een-auto