‘Ik wil nooit meer van de zondagopenstelling af’
HEUVELRUG – Eén van de belangrijkste redenen voor het succes van de zondagopenstellingen van supermarkten is de drukke zaterdag die moderne gezinnen hebben. Dat stelt althans George Verberne, eigenaar van de Jumbo in Driebergen.
door Wimco in ’t Veld
,,Klanten zeggen mij: ‘Zaterdagochtend moet ik mijn zoontje naar voetbal brengen en ’s middags moet ik weer naar korfbal. Nu heb ik lekker de tijd om op zondag boodschappen te doen.’ Door de proef heb ik een omzetstijging van circa 7 procent. Dat was wat wij verwachtten op basis van klantenanalyses en koopstroomonderzoek. De afvloeiing van klanten die zondag naar Odijk of Bunnik gingen, is tot staan gebracht”, aldus Verberne.
Ook voor eigenaar Laurens Timmers van de Doornse C1000 is de openstelling ‘absoluut rendabel’. ,,Het loopt twaalf tot zes de hele dag lekker door. 8 à 9 procent van mijn omzet komt van de zondag. En op de andere dagen is er geen daling.”
Hij deelt Verbernes mening dat de stijging te danken aan Heuvelrugbewoners die voorheen elders boodschappen op zondag deden. ,,Ik krijg mensen uit het dorp in mijn winkel die zeggen: ‘Wat fijn dat u zondag open bent. Nu hoeven we niet meer naar Bunnik.’”
In Amerongen is zelfs het omgekeerde aan de hand. Een gedeelte van de klanten die op zondag bij de Jumbo boodschappen doen, woont in Veenendaal, Rhenen of Elst. ,,Ze zijn blij dat ze hier boodschappen kunnen doen. In plaatsen in de omgeving is dat überhaupt niet mogelijk”, zegt eigenaar Frank Sluijs. Hij schat dat zijn omzet met 6 procent is gestegen. ,,Dat is best veel, zeker in deze crisistijd. Ik wil nooit meer van de zondagopenstelling af. En de klant is er ook aan gewend.”
Bezwaren
Klaas-Jan Koelewijn van de AH-vestiging in Leersum doet niet mee aan de proef. ,,Wij vinden dat er een gezamenlijke dag moet zijn waarop iedereen vrij is om elkaar te bezoeken en samen dingen te doen. Dat komt ten goede aan de familiebanden en vriendenkringen.” Het is in eerste instantie dus uit sociale overwegingen dat Koelewijn niet meedoet aan de proef, maar hij heeft de bezwaren vanuit Leersumse religieuze kringen terdege mee laten wegen.
De ondernemer is bekend met de initiatieven die genomen worden om de proef te verlengen. Hij zou ‘erg chagrijnig’ worden als dat gebeurde. In zijn besluit om niet mee te doen heeft hij rekening gehouden met de einddatum van 1 januari. ,,Stel nu eens dat het mij veel omzet had gekost? Dan kon ik dat tot 1 januari nog wel opbrengen. We wilden eerst eens kijken hoe het liep, met een beetje geluk ging het niet door. Nu kan de politiek het niet maken om op haar besluit terug te komen en de proef te verlengen.”
Onverkoopbaar
De deelnemers aan de proef dringen aan op verlenging van de proef totdat de zondagopenstelling definitief wordt. Timmers: ,,Ik zie geen problemen die een definitief positief besluit zouden kunnen tegenhouden. Deze zomer was een raadsmeerderheid vóór het experiment. De klanten zijn tevreden en de uitslag van de eerste enquête was redelijk positief.” De ondernemer doelt op het eerste van twee onderzoeken in opdracht van de raad om de proef te evalueren. De tweede vindt medio januari plaats.
Consistent
De verwachting is dat de raad – mede vanwege de verkiezingen – op z’n vroegst in mei een definitief oordeel velt. In de tussenliggende maanden de winkels op zondag weer sluiten, getuigt niet van een consistent beleid, argumenteert Verberne. ,,Dat is niet goed uit te leggen aan de klanten en het winkelpersoneel dat voor de zondag is aangenomen.”
Ondanks de tegengestelde standpunten, zijn de ondernemers het erover eens dat de besluitvorming tot nog toe niet de schoonheidsprijs verdient. Het verloop vinden ze warrig en dat de tweede enquête plaatsvindt na het verstrijken van de proef, vinden ze – op z’n zachtst gezegd – nogal onhandig getimed. Koelewijn verbaast zich er bovendien over dat voorafgaand aan de beide evaluaties geen voorwaarden zijn geformuleerd. ,,Hoe kun je dan meten of een proef geslaagd is?” De raad zal op deze vraag het antwoord moeten vinden.
