Open brief: ‘Natuurgebieden worden door uitvoering beleid aangetast’

HEUVELRUG In een open brief aan de gemeenteraad uit Dirk Bakhuizen, voormalig inwoner van Doorn en huidig inwoner van Hoevelaken, zijn zorgen over het natuur- en recreatiegebied het ‘Allurepark Laag Kanje’ en het Henschotermeer. 

Geachte gemeenteraad,

Vanaf het voorjaar van 2011 beschikken wij over een recreatieverblijf op het Allurepark Laag Kanje in Maarn. Als voormalige inwoners van de gemeente Doorn hebben wij al die jaren genoten van het prachtige natuurgebied en daarnaast van de recreatiemogelijkheden van het Henschotermeer.

Omdat het overgrote gedeelte van het park bestemd was voor recreatief kamperen, een bestemming die over het algemeen in recreatiegebieden door de lagere overheid wordt gestimuleerd, was het in de winterperiode (van 1 oktober tot medio/eind maart!) een oase van rust en ruimte.

Kortom, een bestemming en een gebruik, naar mijn veronderstelling geheel passend bij het beleid en de doelstellingen van uw gemeentebestuur. Daarnaast was het aangrenzende Henschotermeer zomer en winter zeer toegankelijk voor zowel degenen die op de aangrenzende parken verbleven als voor de totale bevolking! Een gebied waar u als gemeentebestuur trots op kon zijn.

Hoe is de situatie nu, anno 2020? Ik weet niet of u als individueel raadslid of als raadsfractie regelmatig de gemeente in gaat om te zien en te beoordelen wat de uitvoering van uw beleid teweeg brengt, maar als u dat zou doen naar het gebied, waar deze brief betrekking op heeft, dan zal de schrik u om het hart slaan!

Dat het gebied van het Henschotermeer inmiddels wordt afgesloten door middel van een hekwerk en dat de toegang beperkt is tot twee ijzeren sluizen, dat zal u genoegzaam bekend zijn, want daar is al het nodige over gezegd en geschreven.

Maar we vragen ons wel af of u voldoende op de hoogte bent van de enorme aantasting van het prachtige natuurgebied van het voormalige Allurepark Laag Kanje, thans nota bene aangeduid als het “Resort Utrechtse Heuvelrug”. Al maanden rijden de shovels, kraanwagens en tractoren af en aan om het gebied geheel te transformeren naar een stedelijke omgeving.

Daar waar het totale gebied tot het begin van dit jaar bestond uit gedeeltes met recreatieverblijven, afgewisseld met bosgebieden en prachtige open velden (die alleen in de zomerperiode werden gebruikt voor recreatief kamperen) wordt op dit moment hetzelfde gebied helemaal volgebouwd met recreatiewoningen. Dat betekent ook dat deze woningen het gehele jaar door zullen worden bewoond en dat de rustperiode van 1 oktober tot 1 april tot het verleden behoort!

Als ik dan vervolgens in het bestemmingsplan lees dat de voor recreatie aangewezen gronden bestemd zijn voor de instandhouding van de aanwezige dan wel daaraan verbonden landschaps- en natuurwaarden, zoals geomorfologische ,bodemkundige, landschappelijke en ecologische waarden, dan begrijp ik werkelijk niet hoe deze transformatie mogelijk is binnen de huidige regels van het bestemmingsplan. 

Nog minder begrijp ik hoe deze aantasting van dit natuurgebied te rijmen is met het beleid van uw gemeentebestuur. Ik ben er namelijk altijd van uit gegaan dat uw gemeentebestuur handhaving van het aanwezige groen (bossen, heide en open velden) en het behoud van het recreatief kamperen (tenten en caravans) hoog in het vaandel van het gemeentelijk beleid had staan.

Graag zou ik van u vernemen hoe u tegen deze ontwikkeling aan kijkt en als het inderdaad zo is dat hetgeen ik hiervoor heb beschreven in strijd is met het gemeentelijk beleid, op welke wijze u hieraan paal en perk gaat stellen.

Dirk Bakhuizen