Nieuwe ontvangstruimte militair museum

DRIEBERGEN - Enkele tientallen donateurs en vrijwillige medewerkers van het Museum Militaire Traditie in Driebergen woonden afgelopen weekend de 'donateursdag' bij om de drastisch vernieuwde ontvangstruimte van het museum te bewonderen. Een en ander werd opgeluisterd door het reünieorkest Het Muziek- en Tamboerkorps van de Verbindingsdienst, bestaande uit oud-militaire musici. Het orkest speelde in rap tempo enkele traditionele militaire marsen.

De voorzitter van het museumbestuur, generaal-majoor buiten dienst Kees Nicolai, stelde in zijn welkomstwoordje, dat door het realiseren van de nieuwe ontvangstruimte een 'hele belangrijke mijlpaal' is bereikt. De ontvangstruimte wordt jarenlang gebruikt door de locale sociëteit, Soos '89, een plaatselijke automobielclub en sinds begin van dit jaar ook als 'veteranencafé'. ,,We zijn nu duidelijk ook aantrekkelijker voor incidentele huurders en voor gezelschappen, die ook behoefte hebben aan een presentatieruimte'', aldus Nicolai.

Na deze positieve gang van zaken, stond Nicolai ook enkele momenten stil bij wat hij 'barre tijden' noemde. Daarmee doelde hij op het besluit van het Ministerie van Defensie dat door de bezuinigingen het museum zijn riante depotruimte in Ede, waar het museum gedurende een reeks van jaren kosteloos gebruik van maakt, per 1 september moet verlaten. Volgens Nicolai is dit om diverse redenen een zeer bittere pil voor het museum. ,,Allereerst wil defensie geen bijdrage leveren aan de verhuiskosten en vervolgens kunnen we tot nu toe geen alternatieve depotruimte tegen zeer lage huurkosten in de regio van Driebergen vinden.'' De voorzitter van het museumbestuur sprak in dit verband voor in ieder geval de depotmedewerkers van een 'nachtmerrie'. ,,Er rest ons niets anders'', vervolgde hij, ,,dan het creëren van een depotruimte in ons eigen museum. Dat kost behalve tijd en geld ook expositieruimte.''

Nicolai merkte tenslotte op dat het dus nog steeds 'knokken' voor het bestuur is, zowel wat betreft het op peil houden van de financiële draagkracht - het museum ontvangt geen enkele subsidie, maar moet het grotendeels hebben van donaties en giften - als het wegwerken van het schrijnend te kort aan medewerkers bij de receptie (baliediensten).