Engelse romantiek en Franse koorts

22 mei 2009 om 00:00 Nieuws

Op het programma stonden werken van Alexis Roland-Manuel, Maurice Ravel, Ralph Vaughan Williams en Maurice Delage: de zogenaamde L’École de Montfort, gegroepeerd rond de persoon van Maurice Ravel. Een echte ‘school’ leidde Ravel niet maar hij spoorde daarentegen aan tot het ontwikkelen van een eigen muzikaal karakter.

DOORN – Het laatst concert dit seizoen, door musici van het Koninklijk Concertgebouworkest, klonk vrijdag in de Maartenskerk.

door Marianne Heijmans

Zeer ‘eigen’ zijn de composities van vanavond zeker. Verrassend, ook. Roland Manuels Strijktrio (1922), in alles verwijzend naar het oorspronkelijke achttiende-eeuwse genre, met heldere structuren en intellectuele zwierigheid. Delages Quatre poèmes Hindous – opgedeeld in delen met de fantasievolle titels Madras, Lahore, Bénarès en Jeypur – zijn zo op het eerste gehoor niet wat je ervan verwacht. Geflankeerd door twee prachtige gedichten gebaseerd op een tekst in het Sanskriet door Bhartrihari (7e eeuw na Chr.) contrasteerde ‘Une sapin isolé’, gebaseerd op een tekst van Heinrich Heine met ‘Naissance de Bouddha’ van een onbekende dichter. Sopraan Marijje van Stralen reeg woord na woord als parels aaneen tot een betoverend snoer.

Tenor Marcel Rijans schetste kraakheldere, maar krachtige scènes in Vaughan Williams’ On Wenlock Edge (1908-09) op gedichten uit A Shropshire Lad (1896) van Alfred Edward Houseman. Onverbiddelijk ontmoet het idyllische het lugubere in de wrange woorden van ‘Is my team ploughing’. Ook het onschuldige gelui van de kerkklokken op het platteland bij het vriendelijke ‘Bredon Hill’ is niet wat het lijkt, en krijgt later een dramatische bijklank, evenals het ‘naar de kerk gaan’, dat op velerlei manieren is uit te leggen. Hier focust Rijans’ fijne, maar bij vlagen stoere tenor op deze o zo Engelse laatromantische materie.

Het was een mooie serie Muziek in de Maartenskerk. En het nieuwe seizoen belooft minstens zo mooi te worden, met oorstrelende werken als Carl Nielsens Blaaskwintet opus 43, een aantal kwintetten van Luigi Boccherini, Sergej Rachmaninovs Trio élegiaque nr. 1, Edward Elgars Pianokwintet in a opus 84 en een programma gewijd aan Robert Schumanns tweehonderdste geboortejaar. En de minder bekende meesters worden gelukkig ook weer uitgebreid belicht. Zo klinken bijvoorbeeld vier aria’s van Jiri Benda naast een sonate van Josef Myslivecek en Christer Danielssons Concertante voor tuba en vier hoorns naast Bernhard Crusells Drie kwartetten voor Frya Waldhoorn.

advertentie
advertentie