Een stralende avond in de Maartenskerk

18 september 2008 om 00:00 Nieuws

De kamermuziekconcerten in de Doornse Maartenskerk staan garant voor prachtige avonden, waarbij topmusici acte de presence geven. De aftrap van het 23ste seizoen was dan ook veelbelovend. Musici van het Koninklijk Concertgebouworkest verzorgen in wisselende bezetting zes concerten in Doorn. Het kamermuziekconcert van vorige week was de eerste uit deze serie.

DOORN - Het eerste kamermuziekconcert van het nieuwe seizoen van ‘Muziek in de Maartenskerk’ vond vorige week woensdag plaats. Het werd een prachtige avond, waarbij een ander karakter van de barokmuziek naar voren kwam, die normaliter weinig aan bod komt.

door Tanja van der Brugge

Als drie solisten uit het Koninklijk Concertgebouworkest met een gerenommeerde barokmusicus een kamermuziekconcert geven, met muziek uit de tijd van Frederik de Grote (1712-1786) en met moderne instrumenten, is het van tevoren de vraag wat luisteraars kunnen verwachten. Hoe zullen de musici omgaan met de stijlopvattingen over authentieke uitvoering? Zal het wel klinken als barok?

Direct bij de eerste maten van de cellosonate van Carl Philip Emanuel Bach, viel de twijfel weg. Natuurlijk klinkt het anders dan op darmsnaren, maar wát een virtuositeit en lichtheid in de snelle coloraturen van het tweede deel. Het publiek zat ademloos te luisteren naar het gemak waarmee Gregor Horsch dit leek te spelen op zijn cello uit 1711. Emily Beynon speelde stijlgevoelig en veerkrachtig de zeer fluitistisch geschreven sonate voor fluit en continuo van Quantz. Ook Marijn Mijnders, met iets meer vibrato spelend, speelde met zichtbaar enthousiasme de onbekende sonate van Benda.

Na de pauze begon Richard Egarr op klavecimbel, met een dansende polonaise van Wilhelm Friedemann Bach. De fraaie klank van het klavecimbel kwam in de akoestiek van de Maartenskerk goed tot zijn recht. In de daaropvolgende sonate van Frederik de Grote zelf, hadden Emily Beynon en Richard Egarr zichtbaar plezier in hun samenspel. Ze gaven elkaar speels de loopjes aan en hadden veelvuldig oogcontact.

Het sluitstuk was de triosonate voor fluit, viool en basso continuo uit het Musikalisches Opfer. Emily Beynon en Marijn Mijnders imiteerden elkaar op fraaie wijze, waar de cello mooi op inspeelde.

advertentie
advertentie