Saamhorigheid bij brandweer
22 mei 2008 om 00:00 NieuwsNoordam gaat verder: ,,Bij de brandweer dacht ik gelijk aan grote, sterke, stoere kerels, maar dat viel mee. Ik ben aangenomen en aan de opleidingen voor brandwacht begonnen. De eerste is gericht op brand en bij ons is de tweede gericht op technische hulpverlening. Dat kan in een andere omgeving ook een andere module zijn. Met de diploma’s op zak mag je mee op de auto.”
door Monique José Timmermans
Pieper is actie
,,Het kan zijn dat over 2 seconden de pieper gaat en dan kan het ernstig zijn. Ook kan er dagen niets gebeuren. Dat onverwachte is spannend, je wordt voor de meest uiteenlopende dingen opgeroepen. Daarnaast is de saamhorigheid binnen het korps enorm. Men regelt dingen met elkaar, vangt elkaars kinderen op als men uitrukt.” Al met al best tijdrovend: uitrukken en oefenen, verenigingsactiviteiten, voor elkaar dingen doen. ,,Het is belangrijk regelmatig bij elkaar te zijn, zowel voor de teamvorming als voor het napraten na een spannend incident.” Om de teamgeest erin te houden, is er de brandweervereniging waarvan Jo Noordam voorzitter is. Deze organiseert bijvoorbeeld feestavonden, themadagen en bijeenkomsten. ,,We werken hier met twee groepen, overdag- en nacht/weekend-ploeg. Met name voor de overdag-ploeg zoeken we mensen. We hebben drie auto’s met elk 6 plaatsen. Met zo’n 45 brandweerlieden, heb je altijd voldoende mensen om de diensten te draaien.”In de garage tussen de auto’s legt de brandweerman de praktijk uit. ,,Als de pieper gaat, komt de dienstdoende ploeg hier. Snel brandweeroverall met toebehoren aan. Een van de auto’s rukt standaard als eerste uit. Afhankelijk van de melding komt daar de bluswagen of wagen uitgerust voor technische hulpverlening, bijvoorbeeld een auto openzagen bij. Iedereen pakt van de auto die uitrukt de eerstvolgende genummerde ‘sleutel’ van het sleutelbord. Het nummer staat voor een taak, de taken samen vormen een geheel. En dan denk je niet ‘fijn,vuur en enge dingen’. Je helpt mensen en beperkt schade. Het werk is boeiend, met altijd de keerzijde van leed voor mens of dier.”