Nationaal Historisch Museum

28 februari 2008 om 00:00 Nieuws

Gelukkig heeft het geschiedenisonderwijs in Nederland de laatste tijd een aantal nieuwe impulsen gekregen. Een daarvan is de vorig jaar verschenen canon, die nu als leidraad zal fungeren bij de bouw en inrichting van het Nationaal Historisch Museum.

Doorslaggevend voorstel van inwoner Maarn Het Nationaal Historisch Museum. Het gaat er komen en inmiddels weten we ook waar: in Arnhem, vlakbij het Nederlands Openluchtmuseum. De competitie voor de vestigingsplaats speelde tussen Den Haag, Amsterdam en Arnhem. Dat minister Plasterk (onderwijs) uiteindelijk koos voor Arnhem is niet alleen een succes voor deze plaats, maar ook een beetje voor Maarn. Daar woont namelijk Dr. Ad de Jong, beleidsmedewerker van het Nederlands Openluchtmuseum en deels geestelijk vader van het doorslaggevende voorstel, dat leidde tot de komst van het museum naar Arnhem.

door Nicole van der Schaaf

Vorig jaar vroeg minister Plasterk aan de burgemeesters van de drie bovengenoemde steden om ideeën te ontwikkelen voor het nieuw op te richten museum. De burgermeester van Arnhem verzocht vervolgens Jan Vaessen, directeur van het Openluchtmuseum aldaar en Ad de Jong om een plan te ontwikkelen. Aanvankelijk was het de bedoeling de aandachtsgebieden van het nieuwe museum over de drie gekozen steden te verdelen. Maar de minister drong er op aan een idee vorm te geven dat uitging van de volledige presentatie op één plek. Vervolgens ging de ontwikkeling heel snel. Uiteindelijke restte Ad de Jong en Jan Vaessen drie weken om tot een volledig uitgewerkt museologisch concept te komen, inclusief een eerste schets voor een museumgebouw en de inrichting daarvan. Zij waren volslagen verrast toen de minister liet weten dat zijn keuze op Arnhem viel.

Ad de Jong ontwikkelde zijn idee vanuit de collectie die in het nieuwe museum gepresenteerd moest gaan worden. Tijdens een bezoek aan Parijs kreeg hij een schitterend idee: de grote Parijse warenhuizen, bijvoorbeeld ‘Les Galeries Lafayette’, gebouwd in 1912, hebben naast hun vides en lichtkoepels wel vijf of zes galerijen die boven elkaar liggen. Ruimtelijk is dat heel overzichtelijk en er kan een maximaal aantal producten, ondergebracht in groepen, gepresenteerd worden. Zittend op een Parijs terras schetste zijn vrouw Loek de Jong op een toevallig stukje papier een torenachtig bouwwerk waarin de boven elkaar liggende galerijen toebedeeld werden aan de verschillende perioden in de geschiedenis en de canon. Een museum naar voorbeeld van een klassiek warenhuis (maar wel minder kolossaal en moderner) met vijf galerijen als ringen boven elkaar; de onderste ring voor de prehistorie en de vijfde en laatste ring voor de twintigste eeuw. Een geweldig idee dat terug in Nederland werd uitgewerkt. De ‘Canontoren’ was een feit en een bouwplaats werd gevonden naast het terrein van het Openluchtmuseum. De ‘gang van je voorouders’ zal de beide musea met elkaar verbinden.

Als alles goed gaat zal de ‘Canontoren’ in 2011 te bezoeken zijn, op nog geen drie kwartier rijden van de heuvelrug.

advertentie
advertentie