Ingezonden: oude bomen niet verplaatsen

In De Kaap van 7 maart staat vermeld dat het waterschap de Stichtse Rijnlanden voornemens is om een aantal knotwilgen, staande aan de voet van de winterdijk van de Rijn nabij Amerongen, te verplaatsen. Deze verplaatsing zou nodig zijn om de versterking van de dijk (in het bericht staat dat het gaat om de Lekdijk, volgens mij heet de rivier ter plaatse nog Rijn) mogelijk te maken. In het artikel in de Kaap wordt vermeld dat deze knotwilgen behoren tot de oudste van Nederland. Zouden de bestuurders en/of ambtenaren van de betrokken overheidsinstanties - Staatsbosbeheer, provincie Utrecht, Rijkswaterstraat en natuurlijk het waterschapsbestuur - nooit gehoord hebben van de uitspraak 'oude bomen moet je niet verplaatsen'? Voor de verplaatsing zal zeker veel grondverzet nodig zijn en dat zal de stabiliteit van de dijk niet ten goede komen. Dit alles nog afgezien van de kosten. Knotwilgen moeten om de 6 tot 8 jaar worden ,,geknot''. De afkomende 'slieten' kunnen uitstekend worden gebruikt om nieuwe knotwilgen te maken. Zeker in de natte omstandigheden van de dijk ter plaatse kan worden volstaan met het in de grond steken van het afkomende snoeihout. Uit ervaring weet ik dat je dan binnen een jaar of tien - mits de stekken op tijd in de grond worden gestoken en worden gesnoeid - weer prachtige knotwilgen hebt. Het kost een fractie en is veel meer toekomst gericht.

ir H.J. Doude van Troostwijk

Doorn