Zondagsopening, kans of bedreiging

11 december 2012 om 00:00 Nieuws

Het nieuwe kabinet is van plan de zondagsopening over te laten aan de gemeente. Is dit nu een kans of een bedreiging voor kleine ondernemers?

Een ondernemer moet kunnen ondernemen op dat tijdstip waarop hij denkt het meeste rendement te kunnen halen. Gebakken vis verkopen in de nacht is niet de meest lucratieve bezigheid en de koopman kiest er dan ook voor om ons te verleiden met zijn lekkerbekjes op dat moment waarop hij de meeste vis kan verkopen. Dat klinkt logisch, maar zo logisch is het niet. We maken het een bepaalde categorie ondernemers moeilijk door van bovenaf op te leggen wanneer hij mag ondernemen. Er zijn twee hoofdcategorieën argumenten die gebruikt worden om te zeggen waarom hij dicht moet. De eerste is 'de kleine ondernemer lijdt er onder' en de tweede is de 'zondagsrust'.

Het eerste argument is niet valide. Het gaat hier om een concurrentieoverweging die niet reëel is. Al is die kleine ondernemer open op dezelfde tijden als de grote onderneming, de grote ondernemingen winnen het altijd van hem op het prijsniveau. Daarnaast zijn inkoopvoordeel, omzetsnelheid en winkeloppervlakte allemaal factoren die in het nadeel van de kleine ondernemer werken.

Die kleine ondernemer moet zijn plek veroveren door zijn eigen unieke verkooppositie. Dat zijn assortiment, kwaliteit en flexibiliteit. De ondernemer die denkt te kunnen concurreren op basis van de winkeltijdenwet, krijgt er een harde dobber aan om zijn hoofd boven water te houden. Vooral als hij ook nog eens in de rug wordt aangevallen door internetapplicaties die het mogelijk maken de winkeltijdenwet te omzeilen. Van kleding tot boodschappen kun je tegenwoordig 24 uur per dag bestellen en laten afleveren. Dat alles met of zonder gillende Zalando-bezorger.

De religieuze component is een geprivilegieerde argumentatie. Wil je er echt aan voldoen dan moet je vrijdag om elf uur in de ochtend dicht en maandag pas weer open (islam, joods, christendom). Maar mijn grootste vraag is: hoe kan de ene groep een andere groep gaan opdragen wat ze wel en niet mogen. Je hoeft niet te kopen, je mag kopen. Je hoeft niet open te zijn, je mag open zijn.

Een ieder kan zijn eigen invulling geven aan zondagsrust. Voor de een is dat kerkgang, voor een ander is dat rennen in het bos of met vrienden naar het voetbalstadion. Zondagsrust is toch niet: het niet mogen kopen? Je kunt al wel in een restaurant of café eten kopen of op andere plaatsen benzine of ijs. In sommige benzinestations kun je zelfs tabletten tegen hoofdpijn kopen.

Dus al met al weinig argumenten die hout snijden. Daar tegenover staat dat buurgemeenten wel een zondagsopening hebben en is het een drukte van jewelste bij de AH in Bunnik op zondagmiddag. Naar ik hoor veel Driebergenaren. Met andere woorden, ondernemers in Driebergen lopen omzet mis omdat niet-ondernemers hen verplichten niet open te zijn. Beetje vreemd, niet waar?

Laat die ondernemer ondernemen en beperk hen niet door regeltjes die al zoveel uitzonderingen hebben. Eerlijke concurrentie wordt niet gecreëerd door oneerlijke regeltjes.

Belangrijk voor de lezer is om te formuleren wat voor hem of haar persoonlijk het probleem is of winkels open zijn op zondag, en dat is vast niet: 'omdat ik niet wil winkelen mag een ander ook niet winkelen.' Of toch...? Nee, toch…?

De winkeltijdenwet heeft een lange historie, maar één van de redenen om hem in te stellen, was juist om het verschil tussen gemeenten op te heffen. We hebben nu de volle cirkel gemaakt. Mijn oproep is dan ook aan de gemeente: geef het vrij en laat ondernemers zelf beslissen of ze op zondag open willen gaan.

Helaas hebben we als gemeente een kans laten lopen om er mee te experimenteren. Dit jaar was 23 december de uitgelezen mogelijkheid. Het is dan ook raar dat een bloemist in Leersum wel twee zondagen open mag en dat zondag jongstleden in Driebergen een markt is gehouden. Die laatste weliswaar voor een goed doel maar het doet niets af aan het feit dat er op zondag besteedbaar inkomen ('disposable income') wordt uitgegeven aan consumptiegoederen. Het kan toch niet zo zijn dat ik op zondag alleen lekkernijen mag kopen als de opbrengst van het geld naar een voor iemand anders belangrijk goed doel gaat?

Natuurlijk moet die markt kunnen! Maar waarom mag een consument niet kiezen waar hij zijn besteedbaar inkomen uitgeeft. Het is toch niet omdat het belangrijker is om die partijen te dwarsbomen die voor zondagsopening zijn dan te denken aan de belangen van de lokale ondernemers, de lokale werkgelegenheid en niet te vergeten onze lokale consumenten? Prachtig onderwerp voor een referendum of burgerinitiatief. Niet toch, ja dan….

Johan Klaassen,

Amerongen

advertentie
advertentie