Pittige speurtocht naar de ziel
26 april 2012 om 00:00 NieuwsBert Keizer was te gast in het kader van de Maand van de Filosofie. Hij schreef het filosofisch essay 2012, met als titel ‘Waar blijft de ziel?’. Daarin trekt hij ten strijde tegen de opvattingen van hersenonderzoekers als Dick Swaab en Victor Lamme die beiden een boek schreven waarin de ziel volgens Bert Keizer ‘in de neuronen wordt begraven’. Stap voor stap legt hij in dit werk uit hoe in de loop der geschiedenis via denkers als Plato, Descartes en Wittgenstein tegen het begrip ziel is aangekeken, om tenslotte uit te komen bij genoemde hersenonderzoekers die volgens Keizer het probleem ‘als een lastige mug willen doodslaan’ met hun oplossing dat er helemaal geen ziel is maar slechts ‘gesputter van neuronen’.
door Jan de Beer
Bezoekers die, vanwege deze aanval op de hersenonderzoekers, hadden gedacht dat Bert Keizer maandag in Driebergen met een pasklaar antwoord zou komen op de vraag hoe het dan wel precies zit met de ziel als ‘onderdeel’ van de mens, kwamen bedrogen uit. Keizer herhaalde nog eens de vergelijking die ook in zijn boekje is te vinden: “De ziel zit in het lichaam als de stemming in het feestje. En als de stemming er uit is heeft het geen zin om buiten te gaan kijken waar hij gebleven is.”
Uit de vragen die het publiek stelde bleek meermaals dat veel mensen nogal vooringenomen zijn wat het begrip ziel betreft, en dat het niet zo gemakkelijk is om daarvan af te stappen. Herhaaldelijk moest Keizer uitleggen dat de ziel volgens hem een veelomvattend fenomeen is dat niet ergens ‘gelokaliseerd’ kan worden, maar het best is aan te duiden als ‘een speciaal tuintje met eigen plantjes in het geestelijk domein’. Keizer: ,,Als om de hoek van de straat mijn broer staat te hoesten, zal iedereen zeggen: Hé ik hoor iemand hoesten. Maar ik zeg: Dat is mijn broer.” De ziel is volgens Keizer een samenspel van vele individuele aspecten, zonder te kunnen zeggen: daar zit het ‘m in. Als voorbeeld geeft hij in zijn boek het voetbalspel, waarvan de essentie niet is te verklaren door alleen de bal te bestuderen of het voetenwerk van de spelers. ,,Er komt van alles bij kijken” schrijft hij. ,,Bal, spelers, stadion, fluitje, rode kaart, strafschop, hondenlul en hoekschop.” Deze visie op de ziel wordt volgens Bert Keizer verloochent door hersenonderzoekers. De ‘neurosofen’, zoals hij deze mensen cynisch betiteld, goochelen met hersenscans om te zien wat er in iemand omgaat. ,,Maar het probleem is dat elk brein anders is ingericht” aldus Keizer. ,,Waar bij u fietsen zit in het motorische deel, zit bij mij misschien hinkelen.” Volgens Keizer wordt de neurologie door mensen als Swaab volkomen ten onrechte aan filosofische overwegingen gekoppeld. ,,Swaab heeft een fascinerend boek geschreven maar zijn idee dat het de neuronen zijn die ‘besluiten nemen’, is aantoonbare lulkoek”, zei hij.
V
anwege de vele vragen werd de avond in de boekwinkel langer dan gepland. Ongetwijfeld had het publiek meer willen horen van Keizer. Maar wellicht kan men zich tevredenstellen door zijn essay (nog eens) te lezen. Want de repliek op de stelligheid van Swaab waarmee Bert Keizer dit boek besluit is glashelder: ‘Na al die eeuwen van nadenken weten we nog steeds niet wie of wat we zijn’.