Mariniers gaan weg uit Doorn

Minister Hillen maakt keuze voor Vlissingen

HEUVELRUG - De kogel is door de kerk: tenzij de Tweede Kamer roet in het eten gooit, kan het Korps Mariniers zich gaan opmaken voor een verhuizing naar Vlissingen. Minister Hans Hillen (CDA) van Defensie maakte zijn besluit dinsdag bekend. Volgens de bewindsman is de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn niet toekomstbestendig.

door Michiel Schaaij

In een brief aan het parlement schrijft Hillen het terrein aan de Buitenhaven bij Vlissingen betere ontwikkelingsmogelijkheden toe. Zelfs na renovatie zou de marinierskazerne in Doorn een te krappe behuizing vormen, aldus de minister. Hij illustreert het ruimtegebrek door te wijzen op een eerdere mislukte poging van Defensie om de naastgelegen golfbaan aan te kopen.

Het besluit van Hillen betekent een gevoelige nederlaag voor burgemeester Frits Naafs en wethouder Roy Pamboer (VVD). Hun inspanningen om de mariniers voor Doorn te behouden, lijken vergeefs te zijn geweest. Hillen heeft ernstige kritiek op de businesscase waarmee het college van de Utrechtse Heuvelrug de mariniers aan Doorn wilden binden. Volgens de minister hebben Naafs en Pamboer ten onrechte een parkeergarage uit de plannen geschrapt. Verder lieten de Heuvelrugbestuurders voor miljoenen aan noodzakelijke investeringen buiten beschouwing, zo constateert Hillen. Bovendien hielden ze in hun financiële calculatie rekening met de verkoopopbrengst van het Logistiek Centrum Maartensdijk. Die vergelijking ging mank, want in het kostenplaatje voor de verhuizing naar Vlissingen liet het Ministerie van Defensie die opbrengst buiten de berekening. Datzelfde geldt volgens Hillen voor het aantal mariniers dat op het kazerneterrein overnacht. De Utrechtse Heuvelrug schatte het aantal boordplaatsers op 35%, terwijl het ministerie een percentage van 45% hanteert. ,,Dat scheelt niet alleen in kosten, maar ook in ruimtebeslag'', aldus Hillen. De komende maanden laat de minister een aantal details van de verhuizing verder uitwerken, waarna de keuze voor Vlissingen formeel wordt vastgelegd.

Het college reageert teleurgesteld en zegt zich nog niet bij Hillens besluit neer te leggen.