Heuvelrug Natuurlijk: Klapekster, een mascotte van naam en faam

5 april 2012 om 00:00 Cultuur

Vorige keer ging het over de klapekster als symbool voor het kwaliteitsbeheer van de natuur op de Utrechtse Heuvelrug. Deze bijdrage gaat verder op zijn opgebouwde status.

De klapekster is met 24 cm iets groter dan een zanglijster. Zijn scherp oog omfloerst het bandietenmasker. Het past bij zijn levensstijl. Het is hem niet alleen behulpzaam minutieus prooidieren waar te nemen, maar ook de verre komst van zijn predatoren sperwer en havik. Daar heeft de Valkerij al vroeg lering uit getrokken. In het Jacht-bedrijf (ca 1636) onder van de roofvogelen: ‘Voor dese Hutten hebben deze valkeniers een hang-werck oft clavier hangen.... wel soo groot, dat die van dien aert sijn, dat, met dat sij een valck inde locht sien oft gewaer werden, beginnen te krijten’. De tekst verhaalt verder, dat het schreeuwen van de klapekster dan een seintje is voor de valkenier. Hij laat een duif aan een draadje los om die als aas voor de aanstormende havik of valk te presenteren. Grijpt de predator zijn prooi dan klapt een net dicht en is de roofvogel gevangen. De klapekster, die ook aan een draad vast zit heeft zich intussen terug kunnen trekken in zijn veilig onderkomen. Een hutje, dat draait op de wind, zodat de aanvliegende roofvogel de klapekster altijd recht vooruit in het vizier krijgt. De Valkenier trainde de gevangen havik of valk voor eigen gebruik of verkoop. Uiteraard mag het wegvangen van wilde vogels uit de natuur al lang niet meer. Het zijn nu uitsluitend gekweekte vogels en daar wordt in ons land terecht zeer streng op toegezien.

Kwaliteiten

‘Hang-werck’ in de oude tekst slaat waarschijnlijk op wat valkeniers van nu ‘handwerk’ noemen: het op de hand nemen van de roofvogel en de beloning, nadat hij terugkomt van een al of niet geslaagde vlucht. Bekend van roofvogeldemonstraties. ‘Clavier’ is klauwier. In de tekst van het Jacht-bedrijff wordt de klapekster (lanius exubitor) als de meest geschikte klauwier aanbevolen. De betekenis van de wetenschappelijke naam is slachter en schildwacht.

Vanwege zijn schetterende lokroep is de Nederlandse benaming terug te voeren tot een ‘klappende, babbelende’ ekster. De klapper is een stuk kleiner, maar lijkt er qua verenkleed en vanwege de staartvorm zeker op. Bekend is dat de klapekster in het veld zijn mannetje staat. Zwarte kraaien en gewone eksters worden indien nodig met ongelooflijke moed en brutaliteit weggejaagd. Uit de vroege geschriften zou blijken dat aan de reactie van de klapekster bij het gebruik van de vogel als lokaas voor roofvogels te zien was welke roofvogel in aantocht was. Nog voordat het menselijk oog de roofvogel in het zicht kreeg, reageerde de klapekster op eigen wijze. Voor een buizerd maakte hij zich niet uit de voeten, die schold hij uit, maar voor een havik of valk snelde hij naar zijn veilig vogelhutje. Een vogel met zoveel onderscheidingsvermogen verdient symbolische verheffening.

Tekst: Kees de Kroon

Foto: Paul Dirksen

advertentie
advertentie