De Blauwe Kiekendief heeft een soepele vlucht

24 februari 2012 om 00:00 Nieuws

In deze rubriek zijn nog geen kiekendieven ten tonele gevoerd. Eigenlijk komt de bruine het eerst in aanmerking, maar die is toch feitelijk een zomervogel. De blauwe is, weliswaar zeldzaam, wel te zien in de winter in de Amerongse uiterwaarden. In aantal in ons land is de verhouding aan broedparen tussen de blauwe en de bruine ongeveer 1 : 25.

Kleed

Eigenlijk verdient alleen het mannetje het naamdeel ' blauwe'. Het vrouwtje is meer onopvallend, bruinig. Bij de Europese naamgeving in de achttiende eeuw is daar een fout gemaakt. Men dacht oorspronkelijk dat mannetje en vrouwtje twee soorten kiekendieven waren. Valt ook niet mee, want er is ook nog een grauwe kiekendief. Het mannetje van de blauwe is wat lichter blauwgrijs dan het grauwe mannetje. De vingervleugelige topeinden van de blauwe zijn ook wat uitgesprokener: alsof ze voorzichtig, afgemeten in de inktpot gedoopt zijn. De fotograaf heeft dat prachtig in beeld gebracht. Het mannetje van de grauwe heeft maar vier vingertoppen en kleedt met haar zwarte bandages op de vleugeluitslag scherper af.

De betekenis van de wetenschappelijk naam Circus cyaneus is azuurblauwe vogel. De Nederlandse naam slaat op 'kuikendief'. Kuikens, kippen en misschien ook jonge duiven zullen toentertijd zeker een vrij makkelijke prooi op het boerenerf geweest zijn. Ook de Engelse naam 'hen harrier' (kippenbestoker) wijst daarop.

Voedsel en broedbiotoop

Op het menu van de blauwe kiekendieven staan muizen, konijnen en zangvogels als lijsters en veldleeuweriken. Het is mooi haar of hem in een lange, lage, wat schommelende glijvucht, waarbij de vleugels in een beetje opgetrokken schouders in glijvlucht worden gehouden. Ze speuren daarbij onverstoorbaar de grond af. Juist dat wendbare duidt op volledige beheersing en stuurmanskunst, gelijk een havik die op het punt staat een konijn te slaan en al wiekelend positie kiest. Alleen roofvogels die aan de top van de (vlees)keten staan beheersen die hoge vorm van vliegkunst zo soepel en fijnbesnaard.

Het nestelen begint in april tussen lage dichte rietvegetatie. Het vrouwtje broedt legt per ongeveer drie dagen een ei en broedt de 4-6 eieren in 30 dagen uit. De eerste twee weken zorgt het vrouwtje voor de aanvoer van voedsel, daarna assisteert het mannetje. Drie tot vier weken later vliegen de jongen uit. Mannetjes hebben soms meer vrouwtjes tegelijk aan de leg. Bij dit soort grote vogels zie je door het verschil in uitkomen van het ei nogal eens een merkbaar leeftijdsverschil.

Van de drie soorten kiekendieven in ons land heeft de blauwe vanwege haar minste voorkomen de meeste publiciteit. In de Oostvaardersplassen zou ze zijn verdwenen en op de Waddeneilanden, waar ze het meest gezien wordt krijgt ze het ook steeds moeilijker. Door erruiging van de duinen en mogelijk recreatiedruk is de voortplanting daar vol risico's. Daar het bodembroeders zijn zal ook de vos zijn tol vast en zeker eisen.

Foto: Paul Dirksen

advertentie
advertentie