De politiek bezuinigt op peuters

HEUVELRUG - Het stopzetten van de subsidie voor peuterspeelzalen doet nauwelijks stof opwaaien. Het beleid van wethouder Elisabeth van Oostrum (D66) wordt breed gedragen, bleek maandagavond tijdens van de raadscommissie Samenleving. Als er al kritiek klonk, beperkte die zich tot plichtmatig tegensputteren.

door Michiel Schaaij

Raadsleden van links tot rechts toonden zich tevreden met het eerste bezuinigingsbesluit, nadat de Utrechtse Heuvelrug onder preventief toezicht door de provincie werd gesteld. Dat Van Oostrum het besluit al bijna een jaar geleden heeft genomen, mocht de politieke pret niet drukken. De besparing kan structureel twee ton opleveren en dus zal het besluit in het provinciehuis met instemming worden begroet. Alleen in de kantlijn werd er wat gemopperd over de financiële consequenties voor minima en middeninkomens. De SGP nam het daarbij op voor haar traditionele achterban. Grote gezinnen met één kostwinner behoren tot de verliezers van de ombuiging. Naast de plaatselijke bezuinigingsmaatregel loopt deze groep ook al landelijke fiscale voordeeltjes mis. Maar Van Oostrum toonde weinig mededogen. ,,De overheid hoeft niet de consequenties te dragen, als maar één van de ouders werkt'', verklaarde ze gedecideerd.

Alleen de peuterspeelzalen in Maarsbergen en Overberg ontspringen de dans. Die zijn broodnodig om de schooltjes in deze kleine kernen overeind te houden. Raadslid Frits van Schaik (BVH) is bang, dat ouders van buiten de Utrechtse Heuvelrug hun kroost hier gaan onderbrengen. Zo is de peuterspeelzaal in het toekomstige minicultuurhuis van Maarsbergen een kleine stap voor werkende ouders uit Woudenberg. Van Schaik pleitte ervoor dat alleen kinderen uit de eigen dorpen worden toegelaten. VVD-fractieleider Lysbeth van Valkenburg plaatste vooral vraagtekens bij de hoge kosten van de peuterspeelzalen in Maarsbergen en Overberg. Zij vindt een subsidie van € 50.000 voor 20 spelende hummeltjes een fors bedrag.