Landschapspark puur natuur?

11 augustus 2011 om 00:00 Cultuur

Nog steeds komen er mailtjes met vragen en opmerkingen binnen over de column ‘Het geheim van Moersbergen’. Helaas zwijgt de verantwoordelijke organisatie, het Utrechts Landschap, nog steeds in alle talen. Voor de vijfde maal (ja, heus) is per mail informatie gevraagd over de status van het huisje op Moersbergen. Het wachten is nu op de terugkomst van Wim Wijsman, bouwmeester van het Utrechts Landschap en blijkbaar de enige die iets kan melden over het bestaan en de toekomst van het voormalige theehuis.

Alle tuinen vertonen een modebeeld

door Nicole van der Schaaf

Er kwam ook een vraag binnen over het ontstaan van het huidige landschapspark dat Moersbergen nu is. Iemand merkte terecht op dat een aantal van dergelijke parken in onze omgeving niet altijd een landschappelijk karakter hebben gehad. Inderdaad zijn in de tuinkunstgeschiedenis, net als in de kunstgeschiedenis, bepaalde cultuur- ofwel stijlperioden aan te geven. De ontwikkeling daarvan gaat en ging altijd nauw samen met maatschappelijke veranderingen.

Voor de geschiedenis van de tuinkunst kun je teruggaan tot de tuinen in de oudheid, maar uit overlevering blijkt dat men toen veelal een gebruikstuin had. Men kweekte er planten met een geneeskrachtig werking en, in streken die daarvoor geschikt waren, papyrus vanwege het schrijfmateriaal en wellicht wat druiven, dadels en vijgen. Van lieverlee ontwikkelde zich uit die nutstuinen de siertuin; allerlei mengvormen verschijnen ten tijde van de vroege middeleeuwen in de vorm van kloostertuinen en kasteeltuinen.

De 17de eeuw is belangrijk geweest in de tuinkunstgeschiedenis met als belangrijkste tuinarchitect de fransman André le Nôtre (1613-1700). Zijn bekendste creatie is de tuin en het park van Versailles in opdracht van Lodewijk de 14de. De ontwerpen van Le Nôtre dienden als inspiratiebron voor de aanleg van enkele tuinen op de Heuvelrug. Op oude foto’s is te zien dat er bij De Ruiterberg en de Zonheuvel (Doorn) fraaie geometrische tuinen aangelegd waren in stijl van Le Nôtre.

De meeste buitenplaatsen op de Heuvelrug ontstonden aan het eind van de 19de en begin 20ste eeuw toen het zogenaamde ‘landschapspark’ erg populair was. In tegenstelling tot de strak geordende, formele aanleg van een tuin werden losse, natuurlijke en in elkaar overvloeiende partijen van bomen en struiken aangelegd. En denk nu niet te snel dat dit ook echt ‘natuurlijke’ tuinen werden; dán had men de grote vlakke heide- en zandvlakten moeten behouden. Nee, er kwam heel wat kunst en vliegwerk kijken bij de aanleg van zo’n park. Met schuwde zelfs allerlei ‘nepelementen’ niet: kunstmatige heuvels, neprotsformaties, dito tunneltje en kunstmatige watertjes. Het Doornse Hydepark is wel het beste voorbeeld van een dergelijke aanleg. Moersbergen is in de tijd dat die stijl in de mode raakte ook op de schop geweest en omgevormd tot landschapspark; bepaalde structuren van een geometrische aanleg zijn - voor een geoefend oog - hier en daar nog zichtbaar.

Reacties: artprom@wxs.nl

advertentie
advertentie