Kijk op Cultuur: Wollige buren op Stameren

4 augustus 2011 om 00:00 Cultuur

Het kan in deze zomermaanden zomaar gebeuren dat je de kudde schapen tegenkomt. Een prachtig gezicht, de schapen, de lammeren, een groepje Bordercollies en een herder rondtrekkend over de Heuvelrug. Overal waar ze even vertoeven doen de schapen nuttig werk; ze begrazen bospaden en heideveldjes waarmee dichtgroeien door bepaalden soorten gras en struiken voorkomen wordt.

Veel schapen, maar geen schilders

Een ‘gescheperde’ kudde, een troep schapen onder leiding van een herder, een mobiele kudde eigenlijk, heeft naast het voordeel van de begrazing daar waar het nodig is, ook nog een bijkomende aardigheid. De schapen transporteren aan hun voeten en in hun vacht allerlei zaden die weer elders terecht komen en ontkiemen. Zo blijft de soortenrijkdom gevarieerd en interessant voor andere dieren en natuurlijk ook voor mensen.

door Nicole van der Schaaf

Vorige week verbleef de kudde een nachtje vlak achter mijn huis en natuurlijk kon ik het niet laten vlak voor zonsondergang even een kijkje te nemen bij de ‘buren’. Een romantische aanblik is het zeker, die vredig grazende schapen met de lammeren liggend in het midden. Schapen hebben zo’n mooi edel hoofd met een wijze, aandoenlijke blik. Waarom toch ogen deze rondtrekkende schapen zo anders dan een groep schapen in een malse weide bij de boer?

Waarschijnlijk omdat de schaapskudde een stukje romantiek van het verleden in ons losmaakt. Vooral in de 2de helft van de 19de eeuw moeten er op de Heuvelrug veel schapen hebben rondgetrokken. Stille getuigen hiervan zijn de soms nog herkenbare ‘schapendriften’ (‘De Drift’ in Doorn) en de schaapskooien; o.a. in Leersum, op Heidestein, en in het buitengebied van Doorn staan mooi gerestaureerde exemplaren. In het totaal zijn er binnen onze gemeente nog zo’n dertig van dergelijke ‘kooien’ te vinden. De schapenhouderij speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van de Utrechtse Heuvelrug. Er was veel heide die begraasd kon worden en de schapenmest was goed bruikbaar bij de teelt van tabak.

Aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw was de kudde met herder een geliefd thema in de schilderkunst. Anton Mauve (1838-1888) is wellicht de bekendste vertolker van dit genre. Zijn vriend, de schilder Albert Neuhuys, had hem attent gemaakt op de schoonheid van de natuur rondom Laren. Mauve schilderde in die buurt een jaar of zes, maar deed dat zo fenomenaal dat de streek later het ‘Land van Mauve’ werd genoemd. Hij schilderde er ook zijn beroemd geworden schaapskudden met herders die nu in de musea te bewonderen zijn. Vrijwel alle bekende schilderijen van schaapskudden zijn ontstaan in het Gooi, op de Ginkelse heide of op de Drentse heide.

Vreemd genoeg is er geen enkel écht bekend schilderij te vinden dat een kudde laat zien op de Heuvelrug. Was de Heuvelrug te ver weg voor de bekende schilders, waren er niet genoeg logementen voor de heren schilders (slechts zeer zelden waren het dames) of werd de schoonheid van de Heuvelrug pas laat ontdekt?

Reacties: artprom@wxs.nl

advertentie
advertentie