Heuvelrug Natuurlijk: De Teunisbloem, meer dan kleurenpracht

28 juli 2011 om 00:00 Cultuur

De Teunisbloem is vrij algemeen in bermen van arme zandgrond en taluds van snelwegen. Onlangs vielen ze me op langs een spoorrails door het overweldigende heldergeel. In mijn tuin kwam er pas een spontaan op. Ik heb haar gevolgd. Het is een rechte, forse, beetje deftige bloem. In gesloten vorm steken de knoppen fier omhoog, maar in bloei staan ze al horizontaal. In die naar buiten gerichte vorm zijn het reukgevoelige antennes voor de nachtvlinders en insecten, die op hun nectar afkomen..

De vier kroonbladeren openen zich snel en verwelken evenzeer drastisch. Wanneer je het ontluiken een beetje helpt door de top van de knop die aan de beurt is los te peuteren zal die zich binnen een kwartiertje ontvouwen. Bij voorkeur een experiment voor de vroege avond, want ze bloeit ook ‘s-nachts. Om dan de volgende dag al in het stadium van verwelken te geraken. Geen punt ervoer ik, want de volgende avond openen zich weer nieuwe volgers.

Oorspronkelijk een exoot

De kruidachtige plant bloeit van juni tot september. Mijn bloemengids vermeldt dat de teunisbloem zich snel kan uitbreiden en zelfs een soort plaag kan vormen door de oorspronkelijke vegetatie in hoog tempo te verdringen. Inderdaad herinner ik mij nu een plek waar de bloem de andere bloeiende planten al bijna overheerst.

De teunisbloem komt oorspronkelijk uit Midden- en Noord-Amerika. Ze werd in het begin van de zeventiende eeuw uit de Staat Virginia als groente naar Europa gebracht en gekweekt in de botanische tuinen in Padua. De bladeren en de wortelstengel zouden in medicinale toepassing bloedzuiverend werken. Het hoge percentage aan onverzadigde vetzuren in de olie uit de zaden remt ontstekingen in het menselijk lichaam.

De teunisbloem is vanuit onze tuinen verwilderd. Een gele oprukkende macht, nu eens niet uit het oosten, maar uit het westen?

Sint Teunisbloem

Van de botanische naamgeving Oenothera biénnis zit in de familienaam (oinos) wijn en (ther) wild dier. Een verklaring luidt dat wilde dieren de wortel uitgroeven vanwege de wijngeur. Een andere uitleg is dat de teunisbloem hielp om een wilde ezel (onagra) tam te maken. Ook lijken de bladeren op ezelsoren. De volksnaam Tabaksbloem slaat op het vroegere gebruik van de bladeren als surrogaat voor tabak. De Latijnse soortnaam biénnis betekent tweejarig, omdat de plant pas in het tweede jaar bloeit. In het eerste jaar vormt zich de penwortel en het bladrozet.

De bloem staat ook bekend als Sint Teunisbloem; ongetwijfeld een doorverwijzing naar de heilige Antonius. Er zijn meer aan heiligen uit het rijke Roomse leven gewijde bloemennamen, maar deze is wel merkwaardig. Terwijl de teunisbloem al gauw in kleur en voorkomen onmiskenbaar opvalt staat St Antonius juist bekend om naarstig gezoek iets terug te willen vinden. Een bekende smeekbede om (bijvoorbeeld) je huissleutel terug te vinden luidt dan:

Heilige Antonius, beste vrind

Zorg dat ik mijn sleutel vind.

Tekst en foto: Kees de KroonDe bloemengids vermeldt dat de teunisbloem zich snel kan uitbreiden en zelfs een soort plaag kan vormen door de oorspronkelijke vegetatie in hoog tempo te verdringen.

advertentie
advertentie