Heuvelrug Natuurlijk: De Paardenbloem uitgeplozen

19 mei 2011 om 00:00 Cultuur

Paardenbloemen zijn algemeen in weilanden en wegbermen. In april en mei kunnen ze hele velden vol kleuren, maar je kunt het ook treffen dat op een naastliggend grasland geen enkele paardenbloem te zien is. Kwestie van kwaliteitsbeheer van de boer.

Taraxacum officinale valt uiteen in een aantal secties. Naast de algemeen voorkomende vorm onderscheidt Heukels in Schoolflora (tiende druk 1904) nog vijf vormen.

De bloem op de foto is in feite een hele verzameling kleine bloemetjes. Na de bloei ontstaat het bekende pluisvormige bolletje, waarvan de rijpe zaden geleidelijk aan door de wind verspreid worden. Als kind werd je uitgedaagd de pluisjes in één ademtocht van de steel te blazen. Lukte dat dan mocht je in Brabant een wens doen. ,,De pluisjes die overbleven’’, vertelde een Drentse vriendin, ,,gaven aan hoeveel kinderen je zou krijgen’’. Heukels noemt in dit verband nog monnikskap. In zijn Botanisch Lexicon zegt Kleijn daarover: ,,zal wel monnikskop moeten zijn naar de kale kop van geschoren monniken als alle pluisjes van de steel zijn weggeblazen. Tegenwoordig is de kale kop in de mode (skinheads). Geschiedenis herhaalt zich.

Zover komt het niet op het gazon in mijn tuin. Al voor de bloei snijd ik daadkrachtig de rozetplant met een broodmes zo diep mogelijk af. Vaak echter tevergeefs, want de penwortel kan zich tot decimeters diep in de grond boren en bij afbreken zich weer herstellen en zelfs vertakken.

Vroeger werd in de lente naar jonge paardenbloembladeren in molshopen gezocht. Ze golden als versterkend en bloedreinigend. Konijnenvoer? Jawel, naast paarden zijn ook konijnen dol op versgeplukte bladeren van de paardenbloem. Met kinderlijk plezier herinner ik me vroeger hoe de smakelijk steeltjes vermalen werden in het zeer snel beweeglijke hazelipvormige konijnenbekje. De paardenbloem werd vooral aan konijnen gevoerd nadat ze gejongd hadden. Men meende namelijk dat het witte melksap van de plant de melkafscheiding bij de moeder zou bevorderen. Er zijn regionale volksnamen, die naar het melksap verwijzen: Melkbloem, Melkwit en Melkwitsel. De grofgezaagde, getande bladeren gaven ook aanleiding de vergelijking met distels te trekken. In West-Brabant stond daarom de paardenbloem ook als Melkdistel bekend, maar primair kende ik de paardenbloem als platter. Ook platter gaat terug tot de kaalgeschoren kruin (platte) van de kloosterling. De Duitse benaming Löwenzahn duidt eveneens op de gekartelde bladvorming.

Paardebloemregel

Naar de paardenbloem is een beruchte uitzondering in de Nederlands/Vlaamse spelling genoemd. Dat klinkt wat cryptisch met al of niet die ‘tussen-n’. Na een tiental jaren kwam er in 2005 weer een nieuwe spellingsvorm. Tot 2005 gold dat er geen tussen-n geschreven werd in een samenstelling, waarvan het eerste deel een dierennaam en het tweede deel een plantkundige aanduiding is. Paardebloem was hét voorbeeld, vandaar paardebloemregel. Gelukkig werd het na protestacties weer paardenbloem.

Tekst en foto: Kees de Kroon

advertentie
advertentie