Het ontaarde leven van de Veldmuis

7 april 2011 om 00:00 Cultuur

HEUVELRUG - Geen enkel zoogdier komt in ons land zo talrijk voor als de veldmuis. Ze komt op iedere grondsoort voor. Ze heeft een gedrongen bouw. Lichaamslengte tweederde (8-12 cm) en eenderde staart. Gewicht 14-45 gram. Weinig schuw. De foto is met een compactcamera op nog geen meter afstand genomen. Plaats: zowat de eigen achtertuin.

Veldmuizen kunnen zowel ‘s-nachts als overdag druk in de weer zijn. Als wandelend merkte ik geritsel op en kon het enkele minuten volgen. Over een duidelijk belopen paadje schoot het kleintje heen en weer. Vanaf deze tijd in het voorjaar beginnen ze hun gangen te graven en gaan daarmee het hele jaar door. Dicht onder de oppervlakte, zodat het gras soms verdort of de zodes ineengedrukt worden als men er over heen loopt. Waar het waterpeil hoog staat in een veenweidegebied moeten ze wel vlak onder het maaiveld hun gangenstelsels aanleggen. In de regel gaat een droge zomer gepaard met veel en een natte zomer met weinig muizen. Het is overigens bekend dat ook muizen zich aardig aan de waterstand kunnen aanpassen door te vluchten naar hoogwatervrije plekken. Waarschijnlijk nog dit jaar wordt in de Amerongse Bovenpolder begonnen met een ambitieus project in de vorm van een nieuwe kwelgeul. De geul komt bij laag water zowat droog te staan en is inlaat en afvoer bij hoog water. Er zullen ook enkele hoogwatervrije plaatsen worden aangelegd.

De veldmuis leeft zomers van graan, vruchten, bladeren en boomschors. Voor de winter leggen ze een hamstervoorraadje van granen en andere zaden. Hoe klein ze ook zijn, een legertje veldmuizen kan aardig wat schade in het veld aanrichten. Ze gaan uiterst verkwistend met hun voedsel om. Ze vernielen daarbij meer dan nodig is in graanvelden of boomgaarden. Een paar beetjes in een appel of het afknagen van jong pootgoed brengt fruittelers ertoe snoeihout te laten liggen. Het schijnt dat woelen en knagen hun eerste levensbehoefte is. Meer nog dan de voedselopname. Dit verkwistend leven zou op den duur het weerstandsvermogen en het welzijn van een groep als geheel aantasten. Dat was vroeger één van de natuurlijke verklaringen waarom een muizenplaag vrij plotseling kon ophouden te bestaan. Minder weerstand verhoogt vatbaarheid van ziekten. En met zovele op een kluitje is het dan gedaan met het losbandig leven in overvloed.

Over het ontstaan en verdwijnen van muizenplagen is al heel wat gepubliceerd.Vroeger waren muizenplagen talrijker. Nu is er voor elke overlast wel een bestrijdingsmiddel voor het grijpen. Of beter,,gewasbeschermingmiddel’, zoals het knagende ongedierte vervangen is door ‘plaagdieren’. Naast overvloedig voedsel zijn goed weer gedurende meer maanden, alsmede goede dekking voor de diertjes de belangrijkste factoren voor een muizenexplosie in een bepaald gebied. Uit een onderzoek van de Wageningse hoogleraar Ritzema Bos (1913) bleek juist het Rivierengebied gevoelig te zijn voor muizenplagen om de drie á vier jaar.

Uiteindelijk is de natuur zelf de beste muizenverdelger. Een enkele donderbui kan een hele muizenkolonie wegvagen.

Tekst en foto: Kees de Kroon

advertentie
advertentie