Heuvelrug Natuurlijk: De kwinkslagen van de Sijs

24 februari 2011 om 00:00 Cultuur

HEUVELRUG - De sijs of het sijsje is een geliefde behendige vinkensoort. Klein van stuk en fijnbesnaard. Kleuren van heldergeel tot donkergroen, afgebiesd met ragfijne streepjes. In de winter bezoeken ze graag de zaadnetjes en pindaslingers in onze tuinen. Zonder probleem hangen ze onderste boven aan een twijgje of wippen met hun fragiele lijfje op en neer of van links naar rechts. Volgens de Vogelatlas bevolken sijsjes vanuit de Scandinavische landen in grote aantallen in de winter ons land. Nederland telt een paar duizend broedparen. Op de vlekkenkaart broeden de meesten in de strook van de Drentse bossen, via de Veluwe naar de Utrechtse Heuvelrug.

Vogelgeluiden en mensentaal

Hun vrolijk en gezellig gedrag stemt tevreden. De zang is niet uitmuntend, eerder kwinkslagachtig. Volgens de ANWB-Vogelgids: ‘een vloeiende reeks van gekwetter en trillers met imitaties, nu en dan onderbroken door een langerekte snuivende klank. Mogelijk is dit de oorzaak dat Van Dale naast de sijs als zangvogel nog de betekenissen opneemt van (menselijke) snaak of kwant en van de volkse betekenis van sijsjeslijmer- eigenlijk iemand die sijsjes met een lijmstok vangt.

Hun argeloosheid geen angst voor de mens te hebben heeft de sijs via de lijmstok vroeger vaak tot levenslange gevangenschap als kooivogeltje gebracht. Ze zijn leerzaam, herkennen de stem van de mens al gauw en kunnen goed andere vogels imiteren.

‘Managementskills’

Barrington, een Engelse onderzoeksornitholoog naar vogelzang, eind 18e eeuw, kon maar niet wennen aan een koppel sijsjes, dat in dezelfde kamer broedde met een spannetje kanaries. Het mannetje bracht een zuiver kanarielied ten gehore. Het bracht Barrington tot de conclusie dat vogels net zo min geboren zijn met noten als mensen met taal. Of hun organen hun in staat zullen stellen de geluiden te imiteren, die ze regelmatig horen hangt volledig af van de leermeester of opvoeder. Dus niet door instinct maar door te leren maken vogels hun zangrepertoire waar. Geen ‘nature’, maar ‘nurture’, een modieus begrip dat je tegenwoordig in veel boeken over ‘managementskills’ vindt. Barrington vond het temeer vervelend omdat de kroost van de ‘kanariesijs’ ook alleen maar als kanaries zong. Geheel in tegenstelling tot de managementttrainer die alleen maar wil bereiken dat zijn gehoor hem nabauwt.

De stevige kegelvormige snavel geeft de sijs de gelegenheid zaden uit berken en elzen te peuteren. De foto toont hoe de Franse naam ‘sijs van de elzen’ toepasselijk is. Tot de sijsenfamilie behoren ook bijvoorbeeld kleine en grote barmsijs. De betekenis van de wetenschappelijke naam Carduelis spinus is op distels voorkomende sijs. Op zich is de naam sijs klanknabootsend in de variaties aan trillers, die het beweeglijke kleintje aan zijn keel weet te onttrekken. De Brabantse volksnaam ‘bloemsijsje’ kan terugvoeren op de eertijds geliefde vorm als kooivogel of zijn opvallend verenkleed.

Tekst: Kees de Kroon

Foto: Jan van der Greef

advertentie
advertentie