Vijf jaar Utrechtse Heuvelrug: Ronald Letema uit Maarn

20 januari 2011 om 00:00 Achtergrond

De gemeente Utrechtse Heuvelrug bestaat vijf jaar. De gemeenten Amerongen, Doorn, Driebergen, Leersum en Maarn werden op 1 januari 2006 samengevoegd tot één nieuwe gemeente. In een artikelenreeks praat een aantal hoofdrolspelers over de totstandkoming van de nieuwe gemeente. Er wordt ook gekeken of de herindeling heeft opgeleverd wat ze er van hadden verwacht. In deze derde aflevering is het woord aan Ronald Letema, voormalig VVD-fractievoorzitter in de Maarnse gemeenteraad.

door John Spijkerman

MAARN - Vanaf begin 2000 was de gemeente Maarn ‘operationeel failliet’, stelt Letema. ,,Er kwam niets fatsoenlijks meer uit het gemeentehuis. Zelfs met het verlenen van een bouwvergunning of het plaatsen van kliko’s ging het fout.’’ Volgens Letema had de oude gemeente Maarn geen bestuurskracht meer in haar contacten met de provincie en met individuele burgers.

Ronald Letema stond in 2006 aan de wieg van het eerste college van b en w van de nieuwe heringedeelde gemeente Utrechtse Heuvelrug. ,,Ik was in 2006 eerst informateur en toen formateur van het nieuwe college.’’ Sinds maart 2010 heeft Letema zich even uit de plaatselijke politiek teruggetrokken. Het opzetten van een tweede bedrijf kost hem zoveel tijd, dat hij een en ander niet kan combineren met zijn politieke activiteiten. Op termijn sluit hij een terugkeer in de plaatselijke politiek niet uit. Ronald Letema is altijd een fervent voorstander geweest van gemeentelijke herindeling. Hij woont sinds zijn vierde in Maarn. ,,Maar ik voel me een echte Heuvelrugger. Ik keek altijd al over de grenzen heen. Vanaf het moment dat ik in 1996 in de Maarnse raad kwam, begon de herindelingsdiscussie te spelen.’’ In 1997 besloot de provincie na tegenstand vanuit Leersum en Amerongen de eerste herindelingsdiscussie stop te zetten. ,,In 1999 heb ik als VVD-fractievoorzitter in Maarn de discussie aangezwengeld.’’ Was dat aanvankelijk vooral met de andere VVD-afdelingen op de Heuvelrug, in 2001 werd het overleg verbreed tot het zogenaamde Leersums Beraad. Dat was een overlegorgaan waarbij de fractievoorzitters van alle fracties in de gemeenten Maarn, Amerongen, Leersum en Doorn (MALD) waren betrokken.

,,Utrecht keek alleen naar Veenendaal en Zeist. Het gebied daartussen in deed nooit mee in de discussie en was een speelbal. De vijf kleine gemeentes op de Heuvelrug waren alleen met elkaar aan het strijden. Als Leersum bijvoorbeeld een nieuw plan had over de verbouwing van het gemeentehuis, wilde men dat elders ook.’’ De wedijver tussen Heuvelruggemeenten leidde ertoe dat ze allemaal dezelfde dingen wilden. Het bedrijventerrein aan de de oostkant van Leersum is daar volgens Letema een zichtbaar voorbeeld van. ,,Je moet geen bedrijventerrein in een natuurgebied maken’’, vindt hij. Nu geldt er één beleid voor het totale Heuvelruggebied. ,,Het gebied wordt als eenheid bestuurd. Er is geen competitie meer.’’ Hij was een overtuigd voorstander van een grotere gemeente. Letema wilde een heringedeelde gemeente op de Heuvelrug met Driebergen erbij. ,,Wat we nu hebben bereikt, is mijn persoonlijke droomplaatje. Dat men eerst voor MALD ging, heeft te maken met het tactische spel dat is gespeeld. Driebergen zag dat ze mee moesten doen of dat ze anders speelbal zouden worden.’’ Volgens hem hebben de vijf voormalige gemeentes qua cultuur, geografie en omgeving heel veel met elkaar gemeen. ,,Het groene karakter, de rust en de ruimte zijn de gemeenschappelijke drager.’’ Hij signaleert vooral veel overeenkomsten zijn. ,,Alle mensen in de dorpen zijn behoorlijk gelijkdenkend en hebben gelijke behoeften. Er zit een behoorlijk stuk harmonie tussen de zeven kernen.’’

Letema vond niet dat de bevolking zich bijvoorbeeld via een referendum had moeten kunnen uitspreken over het wel of niet doorgaan van de herindeling op de Utrechtse Heuvelrug. Dat was een besluit van de gemeenteraad. ,,De gemiddelde persoon in de straat is tegen herindeling en tegen veranderingen. Raadsleden moeten een afweging maken tussen emoties en ratio.’’ Letema realiseert zich de belangrijke stem van ChristenUnie raadslid Henk de Baat uit Amerongen, die zich op een beslissend moment uitsprak voor MALDD. ,,Dat soort geluk moet je hebben, maar de onderstroom voor herindeling was zo sterk dat het, denk ik, niet anders had gekund.’’

Voordelen

Ronald Letema ziet vooral voordelen van de herindeling. ,,Processen kunnen professioneler worden aangepakt in grootschaliger verbanden.’’ De vroegere gemeenten op de Heuvelrug hadden vanwege hun grootte een aantal projecten financieel niet kunnen dragen, denkt hij. Als voorbeelden noemt hij het Opijnenterrein in Doorn, de afronding van cultuurhuis De Binder in Leersum, maar ook rioleringsprojecten en het opstellen van een structuurvisie. ,,Maar ook een goed opgezet digitaal loket hadden de afzonderlijke gemeentes nooit kunnen betalen.’’

Letema erkent dat de afstand tussen burger en politiek door de herindeling wat groter is geworden. ,,Maar ik vind dat niet ongezond. Het was veel te veel een ‘ons kent ons cultuurtje’ geworden.’’ De besluitvorming in de nieuwe gemeente komt nu veel objectiever tot stand, vindt hij. Waar vroeger in sommige oude gemeentes nog wel eens een sfeer beloftes en onderonsjes heerste, durft het bestuur nu eerder nee te zeggen. ,,Wethouders zijn beter opgeleid en hebben een zwaardere functie. Datzelfde geldt ook voor het ambtenarenapparaat. Bestuurders en ambtenaren staan verder af van de mensen en kunnen daardoor onbevangener zijn en rationeler opereren. Er kan makkelijker worden uitgelegd aan burgers waarom iets niet meer gebeurt. Een voorbeeld is de discussie over overdekte zwembaden. ,,Twee overdekte zwembaden in de gemeente is een onhoudbare situatie. In 2017 komt er nu één zwembad in de gemeente. Dat beleid was ondenkbaar geweest met aparte gemeentes.’’Over het algemeen zijn de burgers beter van de herindeling geworden denkt Letema. Bovendien zijn volgens hem de lasten voor de burger sinds de herindeling niet substantieel gestegen.

Onzin

Letema verbaast zich over wat hij signaleert als een ‘onderstroom’ in Driebergen. ,,Er wordt daar beweerd dat er in de nieuwe gemeente niets voor Driebergen wordt gedaan. Driebergenaren vinden zichzelf heel belangrijk en voelen zich miskend. Het wordt als een klap ervaren dat het gemeentehuis in Doorn is gekomen, terwijl dat rationeel gewoon een prima plek is.’’ Hij kan zich erover opwinden. ,,Ik vind die houding complete onzin. B en w hebben alle zeven kernen in het vizier. De ene keer wordt er een project gedaan in Doorn, een andere keer in Overberg en weer een andere keer in Driebergen.’’

Dat er relatief veel raadsleden uit Driebergen in de nieuwe raad zitten, vindt hij ‘jammer’. ,,Politieke partijen moeten draagvlak over het hele gebied krijgen. De politiek moet zijn best doen mensen aan de oostkant van de gemeente erbij te betrekken. Anders ontstaat er een gevoel van wij en zij.’’

Hij is optimistisch voor de toekomst. ,,We zijn op de goede weg. Over vijf jaar staat er een nieuw gemeentehuis en is de A12 stevig aangepakt, zijn er verbeterslagen gemaakt op het gebied van de infrastructuur en het openbaar vervoer.’’ Toch zijn er ook nog wel wat verbeterpunten. ,,We liggen heel strategisch. Qua economie mag de gemeente wel een hogere ambitie hebben. De gemeente mag wel wat meer positie innemen tegenover de provincie als het bijvoorbeeld gaat over het verdubbelen van het spoor, het doortrekken van de sneltram tot Driebergen of het verbeteren van het openbaar vervoer tussen Wijk bij Duurstede, Doorn en Amersfoort. We zijn een gemeente met 50.000 inwoners met na Utrecht de meeste monumenten en met de grootste oppervlakte. Die gemeente zal haar positie in de regio moeten innemen.’’

advertentie
advertentie